dinsdag 7 juni 2016

Grimpee du Ventoux, 5-juni 2016

Cyclo #167, Grimpee du Ventoux, 5-juni 2016


167. Zomaar een getal. In mijn geval eentje met wat meer betekenis. Eentje waarvan ik had ingeschat dat het niet meer zou gaan gebeuren. Namelijk, voor de 167e keer in m’n leven m’n voorwiel een startstreep gaan laten overschrijden, met de bedoeling om datzelfde wiel ook de finishstreep te laten passeren.

De 166e keer dat ik nog eens een cyclosportieve rit reed, lag alweer bijna 4 jaar achter me: de Christophe Brandt in september 2012. Daarna door allerlei redenen nooit meer ergens bij een startstreep in de buurt geweest (dwz, aan de goede kant van de dranghekken…). Daar waren allerlei redenen voor in de tussenliggende periode: een tijdlang een vormcrisis wegens vitamine B en D12 tekort (2012), twee gemiste zomers wegens gezondheidsproblemen van m’n zoontje (2012-2013), wat ongemotiveerd rondrijden zonder concreet doel (2014), en overtraind geweest (2015). En misschien wel het belangrijkste: een soort van verzadiging na 166 cyclos tussen 1997-2012, en de vaststelling dat het qua fysieke vermogens onherroepelijk achteruit hobbelde. Beschikbare kracht, herstelvermogen, meer moeite met extreme omstandigheden, een bijna-dood-ervaring in de Vaujany van 2011 waar ik een zwart gat in m’n geheugen heb over de laatste 2 km …. Wat overigens bijna allemaal volstrekt normaal is op mijn leeftijd…. Maar ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat zodra deze achteruitgang zou gaan optreden, ik zou stoppen met m’n moordende zomerritme van 10-15 cyclosportieven per jaar, en telkens maar weer op en neer richting Alpengebied rijden. Dat is dus ook zo gelopen.

Ik heb nooit langere periodes stilgelegen in al die jaren, reed altijd wel m’n 15000+ kilometers op jaarbasis, dus de conditionele basis was er altijd wel. Maar iets van topvorm was er eigenlijk zelden, hooguit een enkele uitschieter.

Dit voorjaar verliep het echter toch wel vlot. Na een winter waarin eigenlijk alles misliep, en ik nogal wat trainingsuren had gemist (2 weken naar China in oktober, 1 week griep in januari, 2½ week naar Taiwan in februari, tussendoor nog wat andere reisverplichtingen vanwege werk), had ik toch in maart al een redelijk goede vorm. Best bijzonder eigenlijk… Na een week Mallorca in april versterkte dat gevoel van goede vorm eigenlijk alleen maar. Ook op mijn eigen referentiepunten als rondje Malmedy of rondje Zuid-Limburg stelde ik vast dat het wel vlot liep. Stukken beter dan de afgelopen jaren.

Voor begin juni had ik al een tijd geleden vastgelegd dat ik met fietsmaatje F. richting Ventoux zou trekken. Precies een weekend als in m’n betere jaren. Dwz, woensdag heenreizen, donderdag Ventoux beklimmen, vrijdag relaxen, zaterdag de Ventoux-cyclo en zondag nog de Grimpee van de Ventoux. Met dat verschil dat ik op zaterdag niet zelf zou rijden zoals vroeger, maar F. zou bijstaan met bidons aanreiken onderweg. En dan zelf eventueel die Grimpee nog rijden op zondag.
Waar ik overigens lange tijd aan twijfelde of ik dat wel ging doen, want ik had al in m’n hoofd afscheid genomen, of in ieder geval proberen te nemen, van het competitief rijden. Van accepteren dat het mooiste deel van m’n fietsleven achter me ligt; de sportieve voldoening van weleer ga ik nimmer nog vinden. Zo gezegd, zo gedaan. Op woensdag 1 juni afgereisd, op donderdag 2 juni de Ventoux beklommen vanuit Bedoin, om via Malaucene af te dalen. Ging redelijk, in 1u37 vanuit Bedoin. Laatste 2 km wat stuk gegaan. Maar ver achter m’n toptijden van weleer.. (1u24 als beste uit 2009). Tja, de leeftijd… Maar enorm blij dat ik 5 jaar na de laatste keer hier eindelijk weer eens was, en kon rondfietsen. Ik kom hier al bijna 20 jaar enorm graag de lavendellucht opsnuiven…

Vrijdag een terrasrit door de alweer bijzonder fraaie omgeving daar (dit keer richting Luberon massief, om in Bedoin te eindigen).
Zaterdag dus bidons aangegeven, en vast kunnen stellen dat maatje F. zichzelf niet zo’n heel klein beetje overtrof met een net-niet-top-100 plek!!! Top!

Zondag dan zelf aan de bak. Ik had er zowaar zin in! Terug naar mijn wereld, waarin ik zó veel jaren zó graag vertoefde. Maar inmiddels was ik een vreemde in die wereld geworden. Niemand had oog voor me, ik kende amper nog iemand. Ha, daar is Kenny Nijssen! Die ken ik nog. Praatje mee gemaakt. Was de dag ervoor 2e geworden achter Sala, na een lekke band in de laatste 5km. Ook kennis gemaakt met wat andere Nederlanders die in de cyclo de vorige dag goed hadden gereden als Edian Verpoort en Frans Wessels.

Om 9u10 werd de start gegeven. Een man of 80 reden mee.
Wat mocht ik verwachten? Geen idee eigenlijk; ik heb geen referenties meer. Ik besloot me maar mee te laten drijven met de groep, en zien waar het schip ging stranden. De eerste 3 km gingen eigenlijk vlot. Ik kon prima mee met de eerste groep. Hartslag ging probleemloos richting omslagpunt. Dat is altijd al bemoedigend, ik heb genoeg dagen dat dat me niet meer lukt. Een heel pak waaiden er daar al af. Bij het dorpje Les Bruns (1km voor het begin van de eigenlijke klim) was het mijn beurt. Een paar AG2R-profs waren vooraan wat gaan rammelen. Lossen is dan geen schande, ik voelde dat als ik langer ging volgen dat ik mezelf op zou blazen.

Bij dé bocht in St.Esteve klokte ik 14min25.
Dát was al een pak sneller dan een paar dagen geleden (17 minuten toen). Dat ging dus goed.

Maar vanaf hier is het ieder voor zich. Vlak voor me reden 2 renners die net ná mij moesten lossen. Achter me nog een lichtgevende Fransman (in een sterk fluoriscerend geel-groen pakkie..). En dat was het dan. Het verloop was verder niet zo heel spannend: de lichtgevende Fransman heeft 10 km lang op 100 meter achter me gezeten, maar heeft me nooit te pakken gekregen. En de 2 man voor me raapte ik beide al op in de eerste helft van de klim. Eentje bleek zelfs kennis-sinds-jaar-en-dag Yannick Roose te zijn. Ook ongeveer van mijn leeftijd. Die ik al vaak tegenkwam in mijn betere jaren; we zijn diverse malen tot elkaar veroordeeld geweest in La Vaujany. Een referentiepunt; hij lost nog steeds ongeveer tegelijk met mij. Maar ook hij kon me niet volgen nu. Maar dat waren alle tegenstanders die ik gezien heb tijdens de klim.

Uiteindelijk heb ik een hele strakke klim gereden. M’n hartslag constant nét onder m’n omslagpunt van 155 weten te houden, en dat bijna 1u25 aan een stuk. Het is jáááááren geleden dat ik dat nog eens kon! Ik had echt wel een topdag!

Dit resulteerde uiteindelijk in een tijd van 1u28.45. Dit is hier mijn tweede tijd ooit!
Ik kreeg boven op de top, ondanks kou en mist, toch spontaan een lach op mijn gezicht, tijdens en na het eerste uithijgen. ‘Dat ik dat nog eens mee mag maken op m’n oude dag, zeg; de Ventoux beklimmen binnen de anderhalf uur’, was hetgeen dat constant door m’n hoofd spookte. Want: te weinig trainingsarbeid in de winter voor m’n gevoel, 2 kg zwaarder dan in m’n topjaren, m’n leeftijd… Tegen maatje F. zei ik na terugkomst nog gekscherend: ‘ik krijg nog bijna spijt dat ik gisteren de cyclo zelf niet heb meegereden’.
Maar ondanks dit alles zijn er blijkbaar toch nog altijd dagen dat ik toch nog wel een stukkie kan fietsen, op het niveau zoals dat t/m 2009 mogelijk was..

En nu? Ik blijf bij m’n eerdere besluit om géén grote cyclo’s meer te rijden. Simpelweg omdat ik niet meer het niveau heb dat ik nodig acht om de prestaties uit m’n betere jaren nog te kunnen verbeteren. Ik ben té veel sportman, ben té competitief en té weinig recreatief ingesteld, om met minder genoegen te nemen. Maar ik had mezelf wél beloofd om over een paar weken de korte variant van La Vaujany mee te gaan doen (109 km) als deze Grimpee mee zou vallen. Om toch de sfeer wat te blijven proeven. En meevallen dat deed hij.