dinsdag 7 juni 2016

Grimpee du Ventoux, 5-juni 2016

Cyclo #167, Grimpee du Ventoux, 5-juni 2016


167. Zomaar een getal. In mijn geval eentje met wat meer betekenis. Eentje waarvan ik had ingeschat dat het niet meer zou gaan gebeuren. Namelijk, voor de 167e keer in m’n leven m’n voorwiel een startstreep gaan laten overschrijden, met de bedoeling om datzelfde wiel ook de finishstreep te laten passeren.

De 166e keer dat ik nog eens een cyclosportieve rit reed, lag alweer bijna 4 jaar achter me: de Christophe Brandt in september 2012. Daarna door allerlei redenen nooit meer ergens bij een startstreep in de buurt geweest (dwz, aan de goede kant van de dranghekken…). Daar waren allerlei redenen voor in de tussenliggende periode: een tijdlang een vormcrisis wegens vitamine B en D12 tekort (2012), twee gemiste zomers wegens gezondheidsproblemen van m’n zoontje (2012-2013), wat ongemotiveerd rondrijden zonder concreet doel (2014), en overtraind geweest (2015). En misschien wel het belangrijkste: een soort van verzadiging na 166 cyclos tussen 1997-2012, en de vaststelling dat het qua fysieke vermogens onherroepelijk achteruit hobbelde. Beschikbare kracht, herstelvermogen, meer moeite met extreme omstandigheden, een bijna-dood-ervaring in de Vaujany van 2011 waar ik een zwart gat in m’n geheugen heb over de laatste 2 km …. Wat overigens bijna allemaal volstrekt normaal is op mijn leeftijd…. Maar ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat zodra deze achteruitgang zou gaan optreden, ik zou stoppen met m’n moordende zomerritme van 10-15 cyclosportieven per jaar, en telkens maar weer op en neer richting Alpengebied rijden. Dat is dus ook zo gelopen.

Ik heb nooit langere periodes stilgelegen in al die jaren, reed altijd wel m’n 15000+ kilometers op jaarbasis, dus de conditionele basis was er altijd wel. Maar iets van topvorm was er eigenlijk zelden, hooguit een enkele uitschieter.

Dit voorjaar verliep het echter toch wel vlot. Na een winter waarin eigenlijk alles misliep, en ik nogal wat trainingsuren had gemist (2 weken naar China in oktober, 1 week griep in januari, 2½ week naar Taiwan in februari, tussendoor nog wat andere reisverplichtingen vanwege werk), had ik toch in maart al een redelijk goede vorm. Best bijzonder eigenlijk… Na een week Mallorca in april versterkte dat gevoel van goede vorm eigenlijk alleen maar. Ook op mijn eigen referentiepunten als rondje Malmedy of rondje Zuid-Limburg stelde ik vast dat het wel vlot liep. Stukken beter dan de afgelopen jaren.

Voor begin juni had ik al een tijd geleden vastgelegd dat ik met fietsmaatje F. richting Ventoux zou trekken. Precies een weekend als in m’n betere jaren. Dwz, woensdag heenreizen, donderdag Ventoux beklimmen, vrijdag relaxen, zaterdag de Ventoux-cyclo en zondag nog de Grimpee van de Ventoux. Met dat verschil dat ik op zaterdag niet zelf zou rijden zoals vroeger, maar F. zou bijstaan met bidons aanreiken onderweg. En dan zelf eventueel die Grimpee nog rijden op zondag.
Waar ik overigens lange tijd aan twijfelde of ik dat wel ging doen, want ik had al in m’n hoofd afscheid genomen, of in ieder geval proberen te nemen, van het competitief rijden. Van accepteren dat het mooiste deel van m’n fietsleven achter me ligt; de sportieve voldoening van weleer ga ik nimmer nog vinden. Zo gezegd, zo gedaan. Op woensdag 1 juni afgereisd, op donderdag 2 juni de Ventoux beklommen vanuit Bedoin, om via Malaucene af te dalen. Ging redelijk, in 1u37 vanuit Bedoin. Laatste 2 km wat stuk gegaan. Maar ver achter m’n toptijden van weleer.. (1u24 als beste uit 2009). Tja, de leeftijd… Maar enorm blij dat ik 5 jaar na de laatste keer hier eindelijk weer eens was, en kon rondfietsen. Ik kom hier al bijna 20 jaar enorm graag de lavendellucht opsnuiven…

Vrijdag een terrasrit door de alweer bijzonder fraaie omgeving daar (dit keer richting Luberon massief, om in Bedoin te eindigen).
Zaterdag dus bidons aangegeven, en vast kunnen stellen dat maatje F. zichzelf niet zo’n heel klein beetje overtrof met een net-niet-top-100 plek!!! Top!

Zondag dan zelf aan de bak. Ik had er zowaar zin in! Terug naar mijn wereld, waarin ik zó veel jaren zó graag vertoefde. Maar inmiddels was ik een vreemde in die wereld geworden. Niemand had oog voor me, ik kende amper nog iemand. Ha, daar is Kenny Nijssen! Die ken ik nog. Praatje mee gemaakt. Was de dag ervoor 2e geworden achter Sala, na een lekke band in de laatste 5km. Ook kennis gemaakt met wat andere Nederlanders die in de cyclo de vorige dag goed hadden gereden als Edian Verpoort en Frans Wessels.

Om 9u10 werd de start gegeven. Een man of 80 reden mee.
Wat mocht ik verwachten? Geen idee eigenlijk; ik heb geen referenties meer. Ik besloot me maar mee te laten drijven met de groep, en zien waar het schip ging stranden. De eerste 3 km gingen eigenlijk vlot. Ik kon prima mee met de eerste groep. Hartslag ging probleemloos richting omslagpunt. Dat is altijd al bemoedigend, ik heb genoeg dagen dat dat me niet meer lukt. Een heel pak waaiden er daar al af. Bij het dorpje Les Bruns (1km voor het begin van de eigenlijke klim) was het mijn beurt. Een paar AG2R-profs waren vooraan wat gaan rammelen. Lossen is dan geen schande, ik voelde dat als ik langer ging volgen dat ik mezelf op zou blazen.

Bij dé bocht in St.Esteve klokte ik 14min25.
Dát was al een pak sneller dan een paar dagen geleden (17 minuten toen). Dat ging dus goed.

Maar vanaf hier is het ieder voor zich. Vlak voor me reden 2 renners die net ná mij moesten lossen. Achter me nog een lichtgevende Fransman (in een sterk fluoriscerend geel-groen pakkie..). En dat was het dan. Het verloop was verder niet zo heel spannend: de lichtgevende Fransman heeft 10 km lang op 100 meter achter me gezeten, maar heeft me nooit te pakken gekregen. En de 2 man voor me raapte ik beide al op in de eerste helft van de klim. Eentje bleek zelfs kennis-sinds-jaar-en-dag Yannick Roose te zijn. Ook ongeveer van mijn leeftijd. Die ik al vaak tegenkwam in mijn betere jaren; we zijn diverse malen tot elkaar veroordeeld geweest in La Vaujany. Een referentiepunt; hij lost nog steeds ongeveer tegelijk met mij. Maar ook hij kon me niet volgen nu. Maar dat waren alle tegenstanders die ik gezien heb tijdens de klim.

Uiteindelijk heb ik een hele strakke klim gereden. M’n hartslag constant nét onder m’n omslagpunt van 155 weten te houden, en dat bijna 1u25 aan een stuk. Het is jáááááren geleden dat ik dat nog eens kon! Ik had echt wel een topdag!

Dit resulteerde uiteindelijk in een tijd van 1u28.45. Dit is hier mijn tweede tijd ooit!
Ik kreeg boven op de top, ondanks kou en mist, toch spontaan een lach op mijn gezicht, tijdens en na het eerste uithijgen. ‘Dat ik dat nog eens mee mag maken op m’n oude dag, zeg; de Ventoux beklimmen binnen de anderhalf uur’, was hetgeen dat constant door m’n hoofd spookte. Want: te weinig trainingsarbeid in de winter voor m’n gevoel, 2 kg zwaarder dan in m’n topjaren, m’n leeftijd… Tegen maatje F. zei ik na terugkomst nog gekscherend: ‘ik krijg nog bijna spijt dat ik gisteren de cyclo zelf niet heb meegereden’.
Maar ondanks dit alles zijn er blijkbaar toch nog altijd dagen dat ik toch nog wel een stukkie kan fietsen, op het niveau zoals dat t/m 2009 mogelijk was..

En nu? Ik blijf bij m’n eerdere besluit om géén grote cyclo’s meer te rijden. Simpelweg omdat ik niet meer het niveau heb dat ik nodig acht om de prestaties uit m’n betere jaren nog te kunnen verbeteren. Ik ben té veel sportman, ben té competitief en té weinig recreatief ingesteld, om met minder genoegen te nemen. Maar ik had mezelf wél beloofd om over een paar weken de korte variant van La Vaujany mee te gaan doen (109 km) als deze Grimpee mee zou vallen. Om toch de sfeer wat te blijven proeven. En meevallen dat deed hij.

dinsdag 4 november 2014

Terugblik

Na een seizoen waarin ik wél veel gefietst heb, maar niet aan de doelen ben toegekomen die ik me vooraf had gesteld, ben ik inmiddels wel op een punt aangekomen dat ik weet dat m’n beste jaren toch écht wel een stukkie achter me liggen. Dat is niet erg, ik heb een heeeeeeeeeleboel mooie herinneringen aan 15 jaar cyclosportieven rijden overgehouden, heel veel dingen gepresteerd waar ik bijzonder trots op ben. Anderzijds, steekt het toch stiekem wel dat ik me realiseer dat dat voltooid verleden tijd is. Véél fietsen heb ik altijd gedaan, en zal ik ook wel blijven doen, maar de kans dat ik ooit nog ga deelnemen aan de grotere cyclo’s acht ik bijzonder klein. Ik heb altijd gezegd dat ik een voor mezelf acceptabel niveau moet halen daarvoor, en dat haal ik simpelweg niet meer. Niet erg, ik heb m’n jeugddromen voor een groot deel waar kunnen maken, en dát pakt niemand me nog af.

Uiteraard heb ik ook veel nagedacht over de meest straffe dingen die ik gepresteerd heb, en leek het me wel een aardig idee dat hier eens neer te zetten.

Dus bij deze m’n (in willekeurige volgorde) top 10 van Strafste Prestaties. Daarbij aantekenend dat ik zelf ook wel weet dat ik he-le-maal niets voorstel; gezien m’n geringe talent het niveau van ‘prutsfietser’ amper ben ontstegen; dat ik me bewust ben dat veel anderen om deze ‘prestaties’ eens zullen lachen. Maar door altijd hard te werken heb ik toch een niveau gehaald wat ik voor mezelf nooit voor mogelijk had gehouden zo’n 20 jaar geleden. En heb ik toch diverse malen een enorme kick gekregen van hetgeen ik gepresteerd heb. Een kick waarvan ik nog maar moet afwachten of ik hem met al m’n huidige en toekomstige andere activiteiten in m’n leven ooit nog ga bereiken...

1)-- Zonder meer één van m’n beste prestaties ooit in een bergcyclo was de Highländer Radmarathon, 9-aug 2003. Start en finish in Hohenems, Vorarlberg, Oostenrijk. 225 km, 4000 hm. Resultaat: 14e op zo’n 1200 deelnemers. Dé Dag Dat Alles Klopte. Om te beginnen het weer: snikheet. Het was de dag dat Luik-Bastenaken-Luik voor toerders werd afgelast wegens té heet. Zulke omstandigheden zijn altijd al een bondgenoot geweest van me, ook nu. Vol de eerste klim van 7 km opgereden. Net voor de top gelost bij de eersten, en in de afdaling als laatste weer terug vooraan komen aansluiten in de eerste groep van zo’n 30 man. Vervolgens in de 20 km lange vallei kunnen herstellen, goed eten en drinken, terwijl er flink werd doorgereden. Zó hard dat er van achter nooit meer iemand terugkwam. In het tweede deel van de rit waren er heel wat die door de hitte terugvielen. Ik niet . Zodoende ben ik als 14e kunnen eindigen die dag, binnen een half uur van de winnaar, en aan 29.1 km/u gemiddeld. Dit was voor mij écht zwaar boven alle verwachtingen. Door optimale koersomstandigheden ver boven mezelf uitgestegen die dag.

2)-- Iedere zichzelf respecterende wielrenner moet toch minstens 1 keer een recordpoging doen op de Alpe d’Huez. Ook ik was daar geen uitzondering op. Jaar na jaar geprobeerd het beter te doen. Wat ook jarenlang lukte. Zie het lijstje (gemeten van bocht waar de klim begint, tot finishplaats Tour):
- 1993: 3u op een gehuurde ATB
- 1995: 1u28
- 1996: 1u23
- 1998: 1u15
- 1999: 1u06
- 2000: 1u03
- 2001: 1u01
- 2002: 56.40
- 2003: 55.23 (zelfs in 51’ tot aan het tunneltje)
Gezien het lijstje, en gezien m’n gestage progressie in die jaren, ben ik bijzonder trots op deze tijd. Toen ik halverwege de jaren 90 begon, had ik nooit, maar dan ook nooit kunnen denken dat ik daar ooit zo’n tijd zou kunnen realiseren...

3)-- Ik heb me in beperkte mate ook wel eens gewaagd aan officiele KNWU-wedstrijden. Laat even voorop staan: dat is niets voor mij. Wél de power in de beentjes; maar: té licht, té weinig wringer, té weinig bereid om m’n ellebogen te gebruiken, etc. En eigenlijk vond ik het ook niet echt leuk om te doen. Desondanks ben ik er toch in geslaagd een paar wedstrijden uit te rijden. Ondanks dat ik niet meer ben dan pelotonvulling in dat soort avonturen , ben ik toch trots op het beëindigen van Someren-Peer-Someren in 2008 in het peloton, en vooral dat het ging in een gemiddelde van meer dan 43 km/u. Die dag 130 km binnen de 3u afgelegd... Dat zijn gemiddeldes die profs ook halen in hún wedstrijden. Nooit gedacht dat ik dát ook ooit zou kunnen...

4)-- Wielrennen draait in de essentie om het winnen van wedstrijden, heb ik altijd geleerd. Op mijn prutsniveau, en in de ritten die ik altijd opzocht, was het een illusie dat ik ooit in die positie zou komen. Op één uitzondering na. De Gerrie Knetemann Classic, 150 km in Noord-Holland, 8-sept 2007. Niet eens een officiele cyclo, maar een toertocht met tijdsopname. Maar toch: begeleiding van motoren, vrijhouden van oversteekpunten, etc. Vanaf de start mee vooraan. Het pelotonnetje dunde stelselmatig uit, tot we in de laatste kilometers nog met 6 man over waren. Één demarrage vanuit een fietserstunneltje in de laatste km was genoeg om m’n 5 vluchtgezellen te verschalken. En zodoende als eerste over de streep te rijden! Gewonnen dus! Ook al ging het he-le-maal nergens om, de kick van het moment was er niet minder om.

5)-- Alpen Challenge, 23-aug 2009, 220 km vanuit Lenzerheide (Zwitserland), 4000 hoogtemeters. Nog zo’n dag waarop álles klopte.. 28e geworden toen, op ruim 700 deelnemers. Na de start om 6u30 ‘s ochtends gelijk als ontbijt de Albula pas op, 26 km stevig bergop. Hierna zit je al redelijk op je plek. Vervolgens de Bernina en de Forcola di Livigno. Na 90 km zit 75% van alle hoogtemeters er eigenlijk al op. Maar dan. Dan komt er een vallei van 70 km richting voet van de Julier pas. Omdat er al zó veel geklommen is op dat moment, ligt het hele veld uit elkaar. In 2008 had ik me in die bewuste vallei helemaal stuk gereden, omdat m’n groepje toen maar uit 5 man bestond, en ik veel te veel kopwerk moest doen. In 2009 ging dat beter; precies aan het begin van die vallei werd ons groepje versterkt met één van de toppers, die lek was gereden vooraan, en zodoende bij ons verzeilde. En dus vervolgens 70 km als locomotief diende. Dat scheelde! Op de Julier ben ik toen dus niet stuk gegaan, en kon er ook niemand terugkeren bij ons. Gevolg: 28e in 7u33; bijna een half uur sneller als in 2008. Onverhoopt!!!

6)-- Ook heb ik in al m’n cyclojaren altijd alles meegepikt wat er in België aan cyclo’s te rijden viel. Koploper was de Velomediane: 11 keer gereden. Van 1997 t/m 2006 + 2008. Dit parcours is eigenlijk altijd nagenoeg hetzelfde: ongeveer 170 km en ongeveer 3000 hm. Deze rit is altijd bijzonder druk, en bijzonder sterk bezet. Om hier top-100 te kunnen rijden moet je al een aardig stukkie kunnen fietsen. In de jaren 2000 t/m 2005 zat ik steevast rond plek 130-170, en altijd een tijd ergens tussen de 5u35 en 5u40. M’n stille ambitie om hier ooit eens top 100 te rijden, had ik eigenlijk al uit m’n hoofd gezet. Maar toen kwam de Velomediane van 26-aug 2006.. Ik was bijzonder goed in vorm toen, al weken. Ik kon vooraan starten, en werd in tegenstelling tot voorgaande jaren, eens niet gelost op de eerste helling. Kon zelfs vrij relaxed meepeddelen, en heb de eerste groep kunnen volgen tot aan de Mur de Velomediane, na zo’n 70 km. Ook daarna kwam ik in goede groepen terecht, en door o.a. voormalig topveldrijdster Daphny v.d. Brand te kloppen, eindigde ik warempel als 72e, in 5u19, liefst 31.4 km/u gemiddeld, en maar nauwelijks 20’ achter de winnaar. Boven alle verwachtingen...

7)-- Nog zo’n Belgische topprestatie waar ik enorm fier op ben: de Fiets Challenge op 4-mei 2003. Tegenwoordig bestaat deze rit niet meer, maar in die tijd was dat een jaarlijks hoogtepunt in wielerland, georganiseerd door het blad Fiets, met steevast 2000-3000 deelnemers. 150 km, zo’n 2500 hoogtemeters, in de Voerstreek. Het was de tijd waarin Goud behalen in cyclo’s ook nog iets bijzonders was. Later niet meer, omdat ik dat overal wel haalde. De tijdsgrens voor mij stond die dag op 4u30. Ik realiseerde me op zo’n 20 km voor het einde dat het misschien net haalbaar was, maar dat het krap aan zou zijn. Me dus he-le-maal leeggetrokken op de laatste hellingen, als een idioot gedaald, als een malle de dorpjes doorspurtend, voluit op het vlakke, .... Vol, vol, vol, ... En jawel; na de finish bleek m’n tijd 4uur, 29minuten, en 57 seconden te zijn. Drie seconden binnen de limiet voor Goud!!!! Ik sprong ter plekke een gat van 2 meter in de lucht! En meer nog: toen ik de uitslag later zag bleek ik 58e te zijn geworden op zo’n 2800 deelnemers, met nauwelijks 8 minuten achterstand op de winnaar. En te bedenken dat ik aan het begin ook nog een inhaalrace moest doen vanuit het tweede startvak. Een super-superdag, waarop ook alles klopte...

8)-- In dit rijtje van topprestaties hoort zeker ook La Vaujany van 2009 thuis. 173 km, 4000 hm, in de vallei rond Bourg d’Oisans. Een rit die al sinds 2003 tot m’n vaste afspraken hoorde. Aangezien ook hier het parcours altijd hetzelfde is maakte dat de tijden van jaar tot jaar heel mooi vergelijkbaar waren:
2003: 60e in 6u39
2004: 79e in 6u55
2005: 76e in 6u43
2006: 43e in 6u37
2008: 44e in 6u37
Eigenlijk een vrij constant rijtje, altijd eigenlijk tussen 6u35/6u45. Maar toen kwam de 28e juni 2009. Al een hele week in de bergen getraind, en ik voelde me bijzonder goed op training. Op de dag zelf was het lekker warm weer (mijn bondgenoot!!!). Niet stuk gegaan, goede groepen getroffen in de valleien, nog overschot op de slotklim, en uiteindelijk gefinished in 6u24 als 31e!!!! Waarbij ik ook nog eens de vrouwelijke topper uit die dagen, Edith v.d. Brande, met een paar seconden klopte! Na zoveel jaren dus ineens een flinke uitschieter naar boven hier, zowel in tijd als in klassering!!! Onverhoopt. Diezelfde dag ben ik toen nog naar huis gereisd; ik heb volgens mij 9u lang met een lach op m’n gezicht in de auto gezeten, zelfs al was ik in m’n uppie....

9)-- Ook aan La Madeleine van 27-juli 2008 bewaar ik bijzonder prettige herinneringen. 137 km, 3200 hm, met de Col de la Madeleine vanuit La Chambre als zwaartepunt. Finish in het ski-oord Valmorel. Ik voelde me de hele dag bijzonder goed, maar was gaandeweg het spoor wat bijster geraakt qua positie in de koers, omdat lange en korte afstand hier lange tijd samen reden. Maar de verschrikte reactie van mijn vrouw toen ik finishte is nog altijd legendarisch. ‘Ben jij er nu al??? Er zijn er pas een paar binnen!!!’. Bleek ik 24e te zijn geworden..., een half uurtje na de winnaar. Tweede was toen profrenner Jerome Coppel.

10)-- M’n laatste echte topprestatie dateert van 17-april 2011, Les Six Bourgeois, 140 km vanuit Calais. Na een ronduit slecht 2010, na een winter vol sneeuw- en ijshindernissen, maar juist dáárom boordevol moraal om er in 2011 weer een topjaar van te maken. Eerste rit in 2011 was dus deze Six Bourgeois, een nieuwe cyclo over een Zuid-Limburg-achtig parcours. Onzeker over m’n vorm ook. Maar ik kon zo’n 40 km lang meedoen vooraan; er was nog hooguit 20 man over. Ronduit bizar! Maar wel kicken. Uiteindelijk ging ik met een groepje van zo’n 6 man richting eindsprint, waarin ik 3e werd van m’n groepje. 19e in de einduitslag!!!!! Ik dacht op dat moment écht van, ‘tjee, dat ik dit nog kan’. Achteraf bleek het wel m’n laatste échte topprestatie te zijn..

Dit alles typende realiseer ik me dat het bijzonder moeilijk is om te kiezen welke prestaties ik wel, en welke ik niet in deze lijst op zou moeten nemen. Want er is nog zó veel meer waar ik enorm trots op ben. M’n 2e plaats in het Klim-Criterium van Beek-Ubbergen 2006, m’n top 100 plek in de Marmotte, m’n 68e plek (twee keer zelfs) in de Trois Ballons, m’n 1u24 op de Mt Ventoux daags na een zware cyclo, m’n 22e plek in La Bourgui 2010, m’n 35e in La Morzine 2008, de Charly Gaul van 2003, etc etc etc etc etc.

dinsdag 1 juli 2014

Het seizoen 2014 tot nu toe

Alweer even geleden dat ik hier nog wat gepost heb. Maar het leek me nu wel een goed moment om m'n fietsavonturen van 2014 tot nu toe hier weer eens toe te lichten..

De voorbereiding op het seizoen liep eigenlijk nagenoeg vlekkeloos, dit in tegenstelling tot de voorgaande winters. Een sneeuw- en ijsvrije winter, en geen enkel fysiek mankement, maakten dat ik me heel goed heb voor kunnen bereiden. Elke week een lange duurrit (4u of meer) gedaan in die periode, krachttraining 2x per week, plus de nodige core stability. Het bekende werk sinds jaren, maar o zo noodzakelijk..

Eind maart de traditionele week Mallorca gedaan. Ook dat was een topweek! Ruim 900 km in een week tijd gedaan. Daarna was ik eigenlijk in april al in topvorm.. Niet echt de optimale timing, als je net als ik de topvorm wilt hebben in de bergcyclo's van juni.. Maar de afgelopen jaren liep het telkens al spaak in de winter, en liep ik het hele seizoen achter de feiten aan eigenlijk. Na zoveel fietsjaren zie ik wel hoe het komt, en als de benen goed zijn profiteer ik er van. En als ze niet goed zijn werken we rustig verder, in de wetenschap dat de goede benen altijd wel weer terugkomen.

In de voorbereiding op de cycloperiode heb ik diverse mooie ritten gereden. Vroeger reed ik elke week een toertocht; tegenwoordig kies ik de zogeheten krenten uit de pap, en wissel dat af met eigen trainingsritten (Limburg, Ardennen, of gewoon lang vlak vanaf huis). Zo heb ik in het voorjaar al een aantal mooie toertochten gedaan:

- Voorjaarstocht Veenendaal
- Hatertse Vennentocht Bennekom
- Veluwe Heuvelentocht Twello
- Reichswald Toer Zevenaar
- Bilzen Classic

Stuk voor stuk aangename ritten om te doen, vooral niet te druk ook.
Veenendaal was met een flinke jetlag, nadat ik de avond ervoor uit China was teruggekeerd na een zakenreis, en amper geslapen had.
Bennekom: Reichswaldrit, die bijna voor m'n voordeur langskomt ook.
Twello: altijd een jaarlijks hoogtepunt. 175 km door een fraai stukje Nederland.
Zevenaar: nieuwe rit voor mij, gaat wat verder het Reichswald in dan dat ik met eigen trainingen doe.
Bilzen Classic: leuke, en vooral heel afwisselende Ardennenrit rond de Maasvallei bij Huy, die ik als het even kan niet oversla. Niet druk als je vroeg start. Tevens mezelf daar getrakteerd op een extra ommetje Muur van Huy.

Vanaf begin mei kwamen er toch wat fysieke probleempjes. Niet echt heel handig, zo in de laatste rechte lijn richting bergcyclo's. Maar veel doe je er niet aan. Want vanaf begin mei kreeg ik bronchitis. Werd zelfs 's nachts regelmatig wakker omdat ik geen lucht kreeg.. Laat staan intensief trainen. Was een keer in de Ardennen na 20 km weer terug bij de auto, het ging écht niet.. Dit alles duurde 3 weken; pas richting eind mei had ik het gevoel dat ik weer lucht genoeg kreeg op de fiets. Jammer was het wel, de topvorm uit april was er natuurlijk niet meer. Deze tegenslag betekende dat ik ook een streep moest zetten door de Ventoux-cyclo (eind mei). Dat was zinloos op deze manier..

Hierna heb ik de doelen bijgesteld. De nieuwe planning was Les Six Bourgeois (15 juni)/La Morzine (22 juni)/La Vaujany (29 juni). Maar ook dit schema moest ik weer bijstellen vanwege een fysiek mankement. Ik kreeg net voor Les Six Bourgeois last van m'n zitvlak. Chirurgisch ingrijpen was noodzakelijk (16 juni). Zal verder niet in detail gaan.. Hierna mocht ik ook een aantal dagen niet fietsen, en vooral niet lang. Tja.... Aangezien ik toch eindelijk na 3 jaar wel weer eens richting Alpen wilde, heb ik de plannen bij moeten stellen: geen La Morzine, en enkel de korte versie van La Vaujany ipv de volledige afstand. Met in de week ervoor als plan zo veel mogelijk klimkm's te maken. Dit alles als opstapje richting La Bourgui en de Oetztaler Radmarathon later in de zomer.

Klimkilometers maken lukte prima vorige week, alleen La Vaujany liep weer om een heel andere reden in de soep:


Oftewel: kletsende regen op zondag, wat al een paar dagen was aangekondigd. En dat terwijl het heel de week prachtig, stralend weer was geweest, met altijd temperaturen tussen 25-30 graden. Het was op zondag het soort weer, waarbij ik in het hooggebergte niet meer opstap sinds ik ooit eens compleet onderkoeld binnenkwam na een kletsnatte Marmotte..



Maar dat neemt niet weg dat ik een topweek heb gehad! Met achtereenvolgens de volgende ritten:
- Zaterdag: reisdag, met gelijk 's avonds Alpe d'Huez beklommen via Villard Reculas. Een 100 keer zo'n mooie beklimming van Alpe d'Huez dan via de hoofdweg.


- Zondag: Briancon-Guillestre-Izoard sud-Briancon. Zonder meer één van m'n favoriete Alpencols, inclusief de fenomenaal mooie passage langs de Casse Deserte.


- Maandag: Croix de Fer. Dé col die me totaal niet ligt..

- Dinsdag: Rit naar La Berarde. Qua natuurschoon een absolute topper in die omgeving daar


- Woensdag: Vlak herstelritje

- Donderdag: Via Villard Reculas en Alpe d'Huez de Col de Sarennes, langs Lac du Chambon weer terug. De Touretappe met de Sarennes uit 2013 herbeleven..


- Vrijdag: Dé toprit van deze week: Lautaret-Galibier-St Michel en weer helemaal terug. De Moeder Aller Cols.. Voor het eerst sinds 2007 was ik hier weer eens; me tevens vast voorgenomen dat het dit keer niet zo lang zal duren eer ik hier nog eens terugkeer..


- Zaterdag: Voor terugreis naar Nederland nog een (kletsnatte..) beklimming van Les 2 Alpes gedaan.


Ik was dus voor het eerst sinds 2011 weer eens in het hooggebergte. Mogen ondervinden hóe leuk ik bergop rijden ook al weer vond. En dat smaakt naar meer. In het begin van de week draaide het nog behoorlijk vierkant op de langere beklimmingen, maar gaandeweg de week ging dat steeds beter.

Uiteraard wel jammer dat de geplande cyclo's om genoemde redenen niet doorgingen. Maar daar waar ik tot voor een paar jaar een seizoen al snel als mislukt beschouwde als de prestaties in cyclos uitbleven, daar ben ik sinds vooral dit jaar toch wat anders mee om gegaan. Cyclo's zijn meer een bijzaak geworden. Als ik er goed rijd, mooi. Maar als het niet lukt: ook niet erg, er zijn genoeg andere genietmomenten mogelijk. Die ik dan ook zoveel mogelijk opzoek! Voortschrijdend inzicht heet dat, van het soort dat wel bij het ouder worden zal horen..

vrijdag 13 september 2013

Fietsseizoen 2013: een seizoen dat nooit begonnen is...

Het is alweer even geleden dat ik hier wat van me heb laten horen. Heel veel reden had ik daar ook niet voor. In eerste instantie heb ik deze blog ooit opgezet om m'n enthousiasme over m'n fietsavonturen zoveel mogelijk te delen met een ieder die daar in geïnteresseerd is. En aangezien ik dit jaar geen enkel avontuur heb beleefd...

Het begon nochtans allemaal redelijk goed. Na een bijna geheel mislukt 2012, wegens het hier al eerder gemelde vitamine tekort, en later in de zomer een noodzakelijke operatie voor m'n zoontje, is 2012 voorbij gegaan zonder ook maar de gelegenheid te hebben gehad richting hooggebergte te trekken. Doordat ik toen stug door ben blijven trainen, kon ik september nog een 3-tal cyclo's rijden. En ik ging toen met gevoelens de winter in als 'slechter kan het niet gaan', en 'ik ga er komende winter nog eens alles aan doen'. Tja....

De winter was al met redelijk wat hindernissen (verstuikte enkel, kaakontsteking + operatie hieraan, onrust in het hoofd vanwege plotsklaps en onverwacht op zoek moeten naar een andere baan, wel heel veel sneeuw- en ijsellende, etc... Maar goed, ondanks dit alles ging het toch niet slecht. Eind maart een week naar Mallorca waar ik goed heb getraind, een week Singapore in april voor het werk, die ik trainings-technisch goed had overbrugd. Eind april was de topvorm niet ver af. Toen kwam de klad er in..

Al sinds half maart had m'n zoontje allerlei vage gezondheidsklachten van neurologische aard. Dit werd maar niet beter, integendeel zelfs. Geleidelijk aan kwamen we steeds vaster in de medische mallemolen te zitten. Dit maakte dat met name in de maanden mei en juni m'n hoofd totaal niet naar fietsen stond. Dat was zolang als ik fiets (sinds 1995) nog nooit gebeurd!! Maar ik vond dat als ik mezelf elke training letterlijk weer op de fiets moest hijsen, zonder enig concreet doel in het vooruitzicht, dat dat niet is zoals ik de sport wil beleven. Enkel maar rondjes rijden die ik naar schatting al zo'n 100.000 keer eerder had gedaan; meer ging toen niet, en daar verloor ik de motivatie voor. Ook al omdat het in die tijd nou niet bepaald schitterend voorjaarsweer was.

De knop heb ik begin juli omgezet. Ten eerste omdat het toen eindelijk mooi weer werd (en dat kan ik toch echt niet weerstaan), maar ten tweede vooral omdat er toen duidelijkheid kwam naar de oorzaak van de klachten bij m'n zoontje, en wat er aan gedaan kon worden. Dat nam een hoop onrust weg. Uiteindelijk was operatief ingrijpen noodzakelijk. Dit was eind juli, en had écht niet langer uitgesteld kunnen worden. Maar dit maakte wel dat ik voor het tweede opeenvolgende jaar geen col heb gezien..

Met het oog op 2014 vooral heb ik sinds begin juli wel volop doorgetraind. Want ik heb nu ook eens ervaren hoe het is om niet te fietsen, dat had ik 15 jaar niet meegemaakt. Voor mezelf geconcludeerd dat ik in elk geval vaak, lang en hoog boven zeeniveau op de fiets wil blijven zitten. Vroeger zou het woord 'snel' hier ook nog bijgestaan hebben, maar gezien m'n leeftijd weet ik ook wel dat ik waarschijnlijk toch niet meer de fysieke toppen van zo'n 5-6 jaar geleden ga halen. We heten niet allemaal Horner.

Ik had nog wel het plan om wat cyclo's mee te pikken in september, net als in 2012. Voor de Ronde van Picardië (14-sept) had ik me allang ingeschreven, en ook voor de Trek Ardenne Bleu (15-sept) had ik me ingeschreven. Dat gaat dus niets worden. Morgen 14-sept wordt het regenweer, en de Trek rit is gecancelled op het laatste moment...

Met een redelijk belabberde conditie ben ik de zomer doorgekomen, en ook nu ben ik nog verre van top. Maar wat dagen in de Ardennen en Limburg, en wat Wedrennerstrainingen hebben toch wel een boost gegeven. In de herfstvakantie nog een week fietsen in het zuiden, en dan volle stoom de winter in. Vorig jaar zei ik dus dat het in 2013 niet slechter kon gaan, dan dat het in 2012 was. Nu ga ik hetzelfde zeggen: 2014 kan nooit slechter verlopen dan 2013. Maar overmacht heb je niet in de hand..

Dus tot in 2014 allemaal!

donderdag 23 mei 2013

Voorlopig uitgefietst!

Het is hier al een tijdje stil gebleven, terwijl dit normaal de tijd van het jaar is waarin ik 'heldenverhalen' wil publiceren hier. Dat is de reden waarom ik ooit met deze blog ben begonnen.

Echter, voor het eerst in 15 jaar kom ik zó weinig aan fietsen toe, wegens andere sores. De gezondheid van je kinderen gaat altijd voor alle andere dingen in het leven, en zeker voor het fietsen. Dit maakt dat ik niet altijd tijd heb om te trainen, en als ik die al heb dat m'n hoofd er totaal niet naar staat. Omdat dit de komende tijd nog niet direct zal veranderen, en omdat ik al wekenlang nauwelijks op de fiets heb gezeten, en de conditie dus hopeloos is, heb ik in elk geval moeten besluiten dat ik al m'n hier genoemde doelen voor 2013 voorlopig geschrapt heb.

Enerzijds jammer. Immers, in 2012 heb ik ook al geen col van dichtbij gezien. En ook: dit voorjaar voelde ik me écht wel sterk op de fiets tijdens trainingen, veel sterker dan in 2012; ik vloog de heuvels op tijdens m'n enige Ardennentraining van dit jaar, eind april. Anderzijds, ik troost me dan maar met het idee dat het het hele jaar al niet echt weer is om veel te fietsen, en dat dat ook niet direct zal veranderen..

maandag 11 maart 2013

De winter is weer voorbij!

Ondanks dat Koning Winter dit jaar wat hardnekkig is, komt het nieuwe wielerseizoen er nu toch echt aan. Inmiddels heb ik de inschrijvingen voor de diverse cyclo's, én ook bevestigd gekregen.

Vanuit Frankrijk heb ik de bevestiging gekregen dat ik voor de ritten die ik wil gaan rijden toch een Dossard Prioritaire heb gekregen, ondanks dat ik vorig jaar nergens deel heb kunnen nemen. M'n prestaties uit de jaren daarvoor volstonden. En het scheelt ook dat het niet de drukste ritten zijn als Marmotte of 3 Ballons, ik weet niet of ik het daar voor elkaar had gekregen om een bevoorrecht startnr. te krijgen.

Ventoux Master
70

Grimpee du Ventoux
70

Morzine Vallee d'Aulps Master
70

Vaujany Master
70

Ronde Picarde Master
70

Wel saai trouwens, het hele jaar hetzelfde rugnummer.. Maar de gretigheid om weer ritten van de Grand Trophee te kunnen gaan rijden is weer groot. Van 1997 t/m 2011 elk jaar meerdere ritten gedaan, en dan in 2012 geen enkele...


Tevens had ik een poging gedaan om ingeloot te raken voor de Ötztaler Radmarathon. Vergeefs. Maar met een kans van ongeveer 1 op 4 dat het ging lukken wist ik al dat het moeilijk zou worden. Jammer, volgend jaar maar weer opnieuw proberen. En nog wat andere doelen zoeken voor eind aug/begin september.

De laatste maanden is de wintervoorbereiding toch redelijk voorspoedig verlopen. Geen fysieke mankementen, en alleen een paar keer een langere duurrit moeten cancelen vanwege het winterweer. Die ik dan toch altijd wel weer op een ander moment kon inhalen. Afgelopen zaterdag in Limburg heb ik voor mezelf al de bevestiging gekregen dat de benen zeker niet slecht zijn voor deze tijd van het jaar. Zeker in vergelijking met 2010, 2011 en vooral 2012! Vanaf 23 maart ga ik weer een week lang naar Mallorca, waar ik naar jaarlijkse gewoonte de conditie weer verder op punt kan zetten. En laat dan de cyclo's maar komen vanaf mei!

Een serieuze handicap in m'n voorbereiding wordt wel een werkverplichting, ergens in de 2e helft van april: ik moet een week naar Singapore ergens dan. Ik heb me laten vertellen dat het niet bepaald fiets-vriendelijk is daar, zowel qua omgeving (het is een stad-staat), als qua klimaat (vlak bij de evenaar). Dat wordt dus de conditie onderhouden in de fitness-zaal in het hotel. Maar dat zien we dan wel weer; als ik zorg dat ik van te voren goed genoeg heb kunnen trainen moet zo'n week wel op te vangen zijn.

dinsdag 29 januari 2013

M'n doelen voor 2013

Het grootste gedeelte van de winter is inmiddels weer achter de rug, tijd om weer concreet de plannen voor 2013 te definiëren. Vooral ook omdat voor sommige ritten al tijdig de inschrijving geregeld moet worden.

Vaste prik is elk jaar de trainingsweek op Mallorca in maart. Ook dit jaar weer: van zaterdag 24 maart t/m zondag 1 april hoop ik weer tegen de 1000 km weg te trappen daar. Naast dat ik eigenlijk nergens liever train dan daar, en naast dat het altijd een enorm goede basis is voor de rest van het seizoen, is het ook altijd een mooie vakantie voor de rest van het gezin. Want ook dit jaar gaan m'n vrouw en m'n zoontje weer mee om zich uit te leven in het bouwen van zandkastelen, pootje baden, en wielrenners te zien; en vooral ook samen te genieten.

Als deze week achter de rug is, is het tijd me klaar te stomen voor de eerste cyclo's. Want ik wil absoluut vroeg in het seizoen een paar (snellere) cyclo's meepikken, dat heb ik absoluut nodig om in vorm te raken. In elk geval Les Six Bourgeois en de Klim Classic heb ik op m'n vizier, maar ik moet nog eens goed naar de kalender kijken wat het beste past.

Zoals altijd eigenlijk zullen de hooggebergte cyclo's ook in 2013 weer het hoofddoel zijn. Na zo'n beetje alles gemist te hebben in 2012 (ik heb geen col gezien...), heb ik me gerealiseerd dat rijden in het hooggebergte toch echt hetgeen is dat ik het liefste doe op de fiets. En dat gaat in 2013 hoe dan ook weer gebeuren!

Eerste kennismaking in 2 jaar met het hooggebergte gaat de Mont Ventoux worden. La Ventoux op 1-juni is de eerste van 4 cyclo's van Sportcommunication waarvoor ik me heb ingeschreven. Ook de Grimpee een dag later pik ik mee.

Trois Ballons had ik aanvankelijk wel in gedachten als een Hoofddoel. Omdat ik denk dat ik toch m'n parcours-record van 7u14 uit 2009 moet kunnen verbeteren. Echter, met de aangekondigde parcoursverandering, en de aangekondigde start in meerdere groepen wegens te veel deelnemers, is voor mij a)het doel weggevallen, en b)de lol eraf wegens te druk. Geen Trois Ballons meer voor mij.

Ik ga me vervolgens wel richten op de combi La Morzine (23-juni) en La Vaujany (30-juni). Een combi die ik al vaker succesvol heb gemaakt. En beide ritten zijn toch twee van m'n absolute favoriete cyclo's. Heilige Grond.. Beide ook met zeer mooie herinneringen ook aan m'n topjaren.

Na deze week is het tijd voor wat rust, alvorens het tweede deel van m'n cycloseizoen aan te vatten. Allereerst tijdens m'n gezinsvakantie ga ik naar goede gewoonte weer La Madeleine en La Bourgui rijden. Heel wat jaren waren beide ritten vaste afspraken, maar door allerlei redenen heb ik La Madeleine sinds 2009 en La Bourgui sinds 2010 niet meer gereden. Doodjammer. Zeker La Bourgui: nog altijd Frankrijks Leukste Cyclo!

In m'n doel om elk jaar wat nieuws te doen heb ik voor dit jaar m'n vizier gericht op de Tour de l'Ain. Ik heb nog altijd zeer prettige herinneringen aan m'n 5 deelnames aan de 3 Jours de Charleroi (1999-2003), de enige etappewedstrijd ooit waaraan ik deelgenomen heb. 10 jaar na dato heb ik mezelf voorgenomen de kick van het rijden voor een algemeen klassement weer eens te willen meemaken. Deze Tour de l'Ain duurt van 10 t/m 13 augustus, en kent een variatie aan parcoursen: 2 vlakkere etappes, 1 middengebergte rit, en rit met de Grand Colombier erin (nog nooit geweest). M'n herstelvermogen zal, net als vroeger in Charleroi, wel de beperkende factor gaan worden, maar dat zien we dan wel weer.

En als toetje voor 2013 wil ik proberen ingeloot te raken voor de Oetztaler Radmarathon. Dat zal niet mee gaan vallen, als ik zie hoeveel gegadigden er zijn voor een beperkt aantal plaatsen (4000 of zo). Maar ik wil in elk geval proberen om na 2000 en 2007 voor de 3e keer het finishershirt te bemachtigen. Vooral ook omdat de Timmelsjoch één van de mooiste passen is om te beklimmen, en ik verder eigenlijk nooit daar kom als vanwege de Oetztaler.

Een ambitieus programma, ik realiseer het me terwijl ik dit zit te tikken. En er zal vast wel ergens een keer iets niet lopen als gepland, vanwege té slecht weer, of vanwege fysieke malheur. Maar ik ga er toch niet vanuit dat het wordt zoals in 2012, toen ik vanwege allerlei redenen niets heb kunnen rijden in het hooggebergte. Dus laat maar komen, dat seizoen!

zondag 4 november 2012

Terugblik op het seizoen 2012

Sinds 19-okt ben ik weer begonnen met de voorbereidingen op het seizoen 2013. Dit alles gaat uiteraard niet zonder een terugblik op het seizoen 2012, een seizoen dat op zijn zachtst gezegd uiterst moeizaam is verlopen.

De winter van 2011-2012 was ik nog vol goede moed begonnen. Nieuwe trainer, nieuwe moraal en gemotiveerd als altijd. In de loop van de winter waren er al diverse verstoringen van m’n programma, waardoor ik al niet echt een goed gevoel over 2012 had. Immers, ‘winterverstoringen’ had ik in voorgaande jaren eigenlijk nooit gehad. Zo waren er een buikgriep in november (weekje niet getraind), een spierscheur in december na klussen thuis (2 weken geen krachttraining), vervolgens in dec/jan diverse weekenden waarin het vanwege wel heel veel regen niet te doen was om buiten te trainen, daarna kwam de diepvrieskou van de eerste helft van februari (bij -8 en een snijdende oostenwind ga ik toch écht niet buiten trainen), en tenslotte nog begin maart een hardnekkige bronchitis (nog nooit gehad, ik kreeg tijdens het trainen écht geen lucht).

Daarnaast was er het fenomeen dat ik de gehele winter bij elke intensieve training haast niet in de D3-zone kwam met m’n hartslag. Omdat je dat in de winter niet te vaak doet, gingen er bij mij toen eigenlijk geen alarmbellen rinkelen. Ik dacht dat het aan de veranderde manier van trainen lag, of aan de totaal ongrijpbare Vorm Van De Dag van dat moment die toen blijkbaar ontbrak….

Eind maart ben ik een week op Mallorca gaan trainen, naar jaarlijkse gewoonte. Heel leuke week, zoals altijd, maar wel met het gevoel totaal uit vorm te zijn, en slecht te herstellen. Ik dacht toen dat dit door de eerder genoemde bronchitis kwam, welke ik nog maar net kwijt was op dat moment.

In april en mei bleef het eigenlijk van kwaad naar erger gaan. In die tijd van het jaar wordt de intensiteit en de lengte van de trainingen opgevoerd, om klaar te zijn voor de cyclo’s vanaf mei. Alleen, ik moest van elke lange training veel langer herstellen dan ik gewend was, en tijdens intensieve trainingen in b.v. de Ardennen kwam ik bergop geen poot vooruit. Bergop ging met een hartslag van 130-135, daar waar dit 155 hoort te zijn. En het gevoel alsof ik tegen een muur opreed. In combinatie met baggerklimtijden op vaste hellingen waar ik altijd tijd opmeet.

In die periode heb ik van alles geprobeerd om het tij te doen keren. Meer trainen, een paar dagen rust, een duurweekje extra, …. Maar niks hielp, het ging van kwaad tot erger. Ik heb toen ook de ene na de andere cyclo moeten wegstrepen omdat het geen enkele zin had om met zo’n conditie ergens aan de start te verschijnen. Les Six Bourgeois, Steven Rooks Classic, Trois Ballons, etc verdwenen op deze manier uit de agenda. Want ik pas er voor om dan toch naar zo’n evenement toe te gaan. Want: meerijden in de achterhoede, of supporteren voor anderen: nee. Dat wil ik niet en dat doe ik niet. Gefrustreerd thuis zitten is op zo’n moment altijd minder erg dan gefrustreerd ter plekke zijn, en niet je sportieve voldoening kunnen nastreven. Want dát geeft pas echt hartzeer. Weet ik na soortgelijke ervaringen waar ik gedwongen aan de zijlijn stond (Marmotte 2007, Ventoux 2008 en 2011, …)

Ook de week hooggebergte van eind juni, inclusief La Grand Bo, en La Vaujany moest ik wegstrepen. Want het ging in juni eigenlijk van kwaad naar erger, ging steeds slechter rijden. Werd er bergop meermaals afgereden door mensen die ik altijd ver, ver achter me liet. Overtraind werd al gezegd door m’n trainer. Zo’n mooie, weinig concrete, verzamelnaam voor een onverklaarbaar slechte conditie. Ikzelf geloofde dat toch niet echt; ik had juist nog nooit zo weinig gedaan als dit jaar.

Half juni was ik het zat. Meer dan zat. M’n seizoen dreigde naar de vaantjes te gaan, voor het ooit begonnen was. Me toen helemaal door laten lichten bij SMA Midden-Nederland (Guido Vroemen). Daar kwam het ‘lek’ al snel boven: ik bleek een serieus tekort te hebben aan zowel Vitamine B12 als Vitamine D. Dit was te herleiden tot m’n eetgewoontes. Immers, ik lust geen vis, en eet nooit margarine. Blijkbaar waren m’n reserves van deze stoffen altijd voldoende geweest, tot dit jaar. Want gezien m'n ervaringen in de winter en het voorjaar moet ik hier toch al heel wat maanden last van hebben gehad.

Gelijk de eerste dag nadat ik extra supplementen had genomen zag ik het effect op training: ik zag bergop ineens hartslagen die ik al een jaar niet meer had gezien. Een enorme lichamelijke boost kreeg ik hiervan! M’n nieuwe doelen werden nu La Bourgui en de Alpen Challenge. Met een paar weken training inclusief wat hooggebergte, zou ik eind juli toch weer redelijk in vorm moeten zijn. Alleen: begin juli kwam er de volgende overmacht-situatie overheen: m’n zoontje moest met spoed naar het ziekenhuis, en moest ook geopereerd worden. Dit is uiteraard veel belangrijker dan welk fietsdoel dan ook, maar vervelend was het wel. Want het gevolg was ook dat we niet met vakantie konden gaan, en la Bourgui dus sowieso niet mogelijk zou zijn. Als dan toch alles tegen moet zitten, dan beter maar alles in één jaar…

Toen dit achter de rug was, was het al half juli. En toen? Tja: slechte basisconditie, hopeloos uit vorm, 3 kg te zwaar, geen hooggebergte doelen, geen hooggebergte meer in het vooruitzicht om me nog in vorm te rijden, geen verdere cyclo-plannen ook…

Ik heb toen even overwogen de fiets voor wat betreft 2012 aan de kant te gooien. Maar ik ken mezelf: dat houd ik hooguit 2 dagen vol. Dan stap ik toch weer op. Dus toch maar doorgetraind, enkel nog met het idee zoveel mogelijk van de trainingen te doen die ik leuk vind (Wedrenners, Limburg, Ardennen, …), en geen cyclo’s meer. Ik moet toch op een voor mezelf acceptabel niveau rijden, eer ik ergens een startstreep ga overschrijden, had ik met mezelf afgesproken. Dus: veel duurtrainingen, veel slechte dagen er tussen, maar ook: benen die gaandeweg beter werden. Uiteindelijk heb ik dan toch nog wat cyclo’s uitgezocht (het bloed kruipt, waar het niet gaan kan …..): in september nog 3 stuks gereden.

Op 2 september de Charley Gaul (Luxemburg): daar ben ik 171e op 350 deelnemers geworden. Geen genoeg power bergop hier, en ook nog een val welke me zo’n kwartier, én 50 plaatsen kostte. Maar zonder dat was het toch niet zo goed; in deze rit heb ik al een paar keer top 40 gehaald immers.

Op 9 september de Gerrie Knetemann cyclo (Groene Hart): daar 3e geworden, met een gemiddelde van 38.5 km/u. Dat leek al ergens op! Slim gereden onderweg, zonder meer goede benen, én het geluk dat het parcours vlak was. Zo brak me het gebrek aan macht bergop tenminste niet op.

Op 16 september dan nog de Christophe Brandt (Verviers): hier 150e geworden op 400 deelnemers. Geen goede uitslag, maar toch was dit m’n beste rit van het jaar. Immers: belachelijk hoog niveau hier. Ik had liefst 34 km/u gemiddeld hier op een parcours met Oneux, Redoute en een 10-tal andere Ardennen-benenbrekers. 2100 hoogtemeters totaal. En dan maar een kwartier verliezen op de eersten: dat zou ik in m’n betere jaren niet veel beter hebben gekund. Belangrijkste les van deze dag was de vaststelling dat ‘ik het nog wel kon’.

De weken na deze rit moest ik vaststellen dat ik ineens vloog. De gemiddeldes op vaste trainingsrondjes, zowel met als zonder klimwerk, lagen ineens veel hoger dan ik in jaren had gezien. Vreemde gewaarwording voor begin oktober. Jammer dat het seizoen voorbij was nu ik eindelijk de topvorm te pakken had.

Maar: vol goede moed ben ik begonnen aan de voorbereiding op 2013. Vol moraal, vol nieuwe ideeën. Een seizoen waarin het alleen maar beter kan gaan dan in 2012. Maar vooral met de wetenschap dat als de winter nou eens een beetje normaal verloopt zonder teveel (winterse) verstoringen, en ik lichamelijk gezond ben/blijf, dat ik in 2013 toch nog op sommige dagen hard moet kunnen fietsen, ondanks m’n voor wielrenners reeds gezegende leeftijd van 43 lentes…

De eerste plannen zijn reeds gemaakt. Van 24 t/m 31 maart is de jaarlijkse week Mallorca reeds vastgelegd. En als Cyclo-Hoofddoelen voor volgend jaar heb ik de 3-Ballons en La Vaujany voor juni met rood aangestreept. En in augustus wil ik voor het eerst eens meerijden in de Tour de l’Ain, een 4-daagse etappewedstrijd voor cyclo-rijders, telkens op dezelfde dag en het zelfde parcours als de profwedstrijd. En dan tenslotte nog eind augustus de Ötztaler Radmarathon, mits ik ingeloot raak uiteraard.

Dus: laat het maar snel voorjaar 2013 worden, ik ga zorgen dat ik er klaar voor ben!!!!

maandag 17 september 2012

La Christophe Brandt, 16-9-2012, Verviers

Cyclo #165, La Christophe Brandt, 16-sept 2012



Al sinds 2009 is La Christophe Brandt, dit jaar omgedoopt tot Trek Ardenne Bleue (de commercie doet ook hier zijn intrede...), m’n vaste seizoensafsluiting. Nog een laatste keer knallen, in de door mij nog altijd zo geliefde Ardennen (dit jaar voor het 14e jaar op rij meer dan 1000 Ardennenkilometers op jaarbasis gereden). Niet dat ik in deze cyclo al mooie uitslagen heb gereden; daarvoor ligt deze rit me eigenlijk niet zo heel goed. Immers, naar goede gewoonte knalt hier alles op de 1e klim uiteen, en het is precies zo’n woeste sprint omhoog waar ik eigenlijk nooit zo goed in ben geweest, en daarom boven altijd wat te ver naar m’n zin uitkom.

De resultaten hier tot nog toe zijn:
2009: 62e, 16’ na de winnaar
2010: 83e, op 19’
2011: 88e, op 31’
Wel met de aantekening dat het parcours sinds 2011 aanmerkelijk zwaarder is geworden: sindsdien zo’n 1750 hoogtemeters, daar waar dit er amper 1200 waren in de eerste jaren; dus vandaar de wat kleinere achterstanden op de winnaar toen.

Dit jaar is het parcours exact gelijk aan dat van 2011, dwz een mooi Ardennen-menu met achtereenvolgens de Tancrémont, Oneux, Lorcé, Chession, een halve Ancienne Barriere, Froidville, Petit-Redoute en als toetje de Hézee.

De ambitie voor vandaag was eigenlijk dat ik geen ambitie had. Ondanks dat ik de laatste weken toch echt wel stukken beter ben gaan rijden, had ik m.n. in de Charley Gaul vastgesteld dat ik bergop nog wel wat power te kort kom. Het zou me sterk verbazen als dat hier ineens niet meer zo zou zijn.. Dus nergens van uit gaan vandaag, en gewoon lekker rijden.

8u15. Met strijdmakker Arno M. draaien we het altijd vrolijk ogende Verviers binnen. Gelukkig schijnt de zon dit keer, dan is het allemaal wat minder grauw en grijs. Richting Parking van het Factory Outlet Design. Het eerste wat al opviel was dat het hier véél drukker was dan ik gewend was de afgelopen jaren. Zo’n beetje de enige beschikbare parkeerplaats die over was was een redelijk smalle, dicht tegen de materiaal-vrachtwagen van de Cofidis-profploeg aan, die hier tot m’n verbazing stond (‘waarom zou ik hier níet mogen parkeren’, vroeg ik me op dat moment af). De Cofidis-ploeg verbleef hier blijkbaar voor het WK ploegentijdrit later vandaag in Valkenburg. Naast de vrachtwagen stonden hier diverse ploegleidersautos en nog een camper in de Cofidis-kleuren.



Na de gebruikelijke verbazingen bij het inschrijven (de inschrijfformulieren waren op: ‘schrijf u naam maar op achterzij-dè van deze rijder, of nee, pak u maar papier van routbe-schrij-víng’), en de jaarlijkse, zeer hartelijke, begroeting van Mijnheer de Voorzitter (‘u is hier voor de driede, of nee, vierde keer’), begaf ik me rond 8u30 richting startvak. Eens rondkijkend viel het me al meteen op dat de bezetting dit keer wel erg sterk was. Maar weinig cyclo-toppers uit de Benelux die hier vandaag niet waren. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren, waar het toen bijna alleen maar localo’s waren hier. De forse promotiecampagne rond deze cyclo, het verdwijnen van bijna alle andere Belgische cyclos, en het wel bijzonder fraaie weer vandaag, zal daar wel voor een groot stuk tussen zitten.



Om 9 u werd de start gegeven. Zo’n 400 deelnemers. Eerste stuk geneutraliseerd, om Verviers ‘veilig’ uit te kunnen komen. En net als in de Charley Gaul stelde ik vast dat m’n pelotonvaardigheden toch serieus waren verdwenen door m’n maandenlange absentie in cyclo’s dit jaar. In no time vlogen me 100 man voorbij, al moet ik er bij zeggen dat ik velen toch manoeuvres zag maken die ik nooit gedurfd heb en ook nooit zal durven. Levensgevaarlijk soms. Over trottoirs, rakelings langs vluchtheuvels en paaltjes, linksom om tegenliggers heen, …. . Gelukkig ging alles goed voor zover ik het kon zien.

Maar goed, na nauwelijks 5 km is het al gedaan met lachen. Daar ligt één van de zwaarste hellingen van de dag, de Tancrémont, al in de ochtendzon te wachten op ons. Hét breekpunt van de dag. Dáár is het zaak mee te zijn, dáár wordt je positie voor de rest van de dag bepaald. Met de ervaring, én parcourskennis van vorig jaar op zak (opgeblazen in het eerste deel, vervolgens door diverse groepen voorbijgereden zonder dat ik kon aanpikken), begon ik er nu iets behoudender aan. Wel met verzuring tot diep achter m’n oren, altijd lachen. Me altijd afvragend op zo’n moment waarom ik dit toch zo leuk vind om te doen. Hartslag ging naar 158, net boven m’n omslagpunt. Mooi! Goede benen dus. Op de top verzeilde ik in een groep van zo’n 50 man of zo, en daar kon ik keurig bij aanpikken. Deze missie was alvast geslaagd, ik had me niet opgeblazen zoals vorig jaar.

Al zat ik van binnen toch wel flink te vloeken. Net als in de Charley Gaul fladderden er op de eerste klim ruim 100 man van me weg. Het gebrek aan power… Maar geen excuses, ik zit nu op m’n plek die ik nu waard ben. Resultaten uit het verleden, etc. Uiteraard wil ik liever veel verder van voren meerijden, maar het zit er nou eenmaal niet in. Maar ook even relativerend: om me heen kijkend zag ik gezichten die ik in het verleden ook altijd in mijn omgeving zag in dit soort ritten. Dat stemde me tevreden: zoals ik al aangaf was de bezetting enorm sterk hier vandaag, dus verder van voren willen zitten is hoe dan ook niet realistisch voor mij.

De groep waar ik in zat bestond uit zo’n 40-50 dappere strijders. De volgende hellingen werden gegroepeerd genomen, waarbij er van achter telkens wat afwaaiden (en meestal weer terugkwamen), en ook van voren er telkens een paar weg wilden rijden. Zinloos uiteraard zo ver van de finish; waar ga je dan in godsnaam naar toe rijden?? Die raapten we dan ook telkens snel weer op.

Zelf ben ik een tweetal keren in de problemen geraakt, al was het niet door fysieke onmacht. In de afdaling van de Oneux vond een Waalse malloot het nodig om aan ruim 60 km/u tegen m’n arm aan te duwen, en daarna eraan te trekken, om me te passeren. Nooit meegemaakt! Mafkees; ik bleef maar net overeind; blijkbaar reed m’n beschermengeltje mee vandaag... Dat maakte ik hem ook even flink duidelijk daarna (‘sorry, iek spriek gien Niederlánds’). Verder begon ik na een snelle afdaling van de Lorcé te ver van achteren aan de Chession. Het gat dat daar viel had ik pas op de top weer dicht gereden, vooral omdat ik telkens gaten dicht moest rijden die anderen daar lieten vallen. Maar verder voelde ik me heel goed (de beste jaarbenen? In elk geval de beste klimbenen van 2012!); op de zwaarste beklimmingen als Oneux en de Petit Redoute ben ik nooit uit de eerste 10 geweest.

Met zo’n 25 man begonnen we aan de laatste klim: de Hézee, op zo’n 7 km van de finish. Daar reden we wel met een man of 8 weg, maar de grote groep was nooit ver weg. Van vorig jaar weet ik dat op het plateau boven, en in de snelle afdaling erna, alles toch weer terug komt aansluiten. Dat was nu ook zo.

De finish was dit jaar iets verlegd. Dat betekende in de laatste paar 100 m achtereenvolgens een rotonde helemaal rond nemen, meteen erna een scherpe bocht naar rechts, knikje omhoog, weer scherpe bocht naar rechts, en dan op de parking van de Factory Outlet nog in carré-vorm een blokkie rijden. Kortom, probeer hier maar eens vooraan te raken, én te blijven. Een putdeksel waar ik vol inknalde net na genoemde rotonde, haalde bij mij de vaart er uit, verloor daar al een pak plaatsen, en opschuiven lukte nadien niet meer. Ik heb ook maar niet meer aangedrongen toen. Ik vond dit echt een flutaankomst, een cyclo onwaardig. Dit is veel te gevaarlijk om met een groep van 30-40 man op de finish af te stormen. Uiteindelijk ben ik gefinished in 3u48.

Daar stond ik dan na de finish. Onderweg had ik me niet echt kunnen bedenken of ik nu op weg was naar een goed resultaat of niet. De eerste indicatie is m’n gemiddelde. Onderweg was de bevestiging van m’n km-teller stuk gegaan, en kon ik daardoor niet meer kijken naar het gemiddelde. In de Amblève-vallei richting Remouchamps zag ik dat ik de kaap van 100 km rondde in 2u59 minuten. Dik 33 km/u op dat moment dus. ‘Er zijn genoeg dagen dat ik geen 100 km binnen de 3u afleg, en al zeker niet op zo’n parcours. Het zal dus wel hard gaan’, bedacht ik me toen al. Na de finish bleek m’n gemiddelde 33.9 km/u te zijn. Amaai… Ook ben ik op een identiek parcours bijna een kwartier sneller dan een jaar geleden. Nogmaals amaai… . En m’n achterstand op de winnaar: die bedroeg nauwelijks 20’. Dat is niks meer dan ik in m’n betere jaren op dergelijke parcoursen verloor. En nogmaals: amaai… De klassering dan: 150e. Ai, dat viel dus niet mee. Niet bepaald indrukwekkend. Weliswaar in dezelfde tijd als de nr 120, maar toch. Maar op de cijfers afgaand: in 2011 88e in 4u3, nu op exact hetzelfde parcours 150e in 3u49...

Maar: nu ik het even heb kunnen laten bezinken kan ik niet anders dan concluderen dat ik hier een hele goede race heb gereden. 33.9 km/u gemiddeld op zo’n parcours heb ik nog niet te vaak gedaan. Het gevoel onderweg was ook gewoon goed; eindelijk heb ik m’n klimbenen wat hervonden lijkt het. Beter laat dan nooit. Verder: zowel in de Charley Gaul als hier reden er op de 1e klim ruim 100 man van me weg. Maar waar ik in Luxemburg renners zag wegrijden die ik andere jaren nog kon bijbenen/kon kloppen, daar zaten hier de mensen van ‘mijn normale niveau’ nu ook in mijn groep. De bezetting was hier simpelweg vele malen sterker. En dan maar amper 20’ verliezen is meer dan behoorlijk. Deze zaken opgeteld brachten me op de conclusie dat ik in m’n betere jaren hier niet veel verder van voren zou zijn geëindigd dan nu. Ik zit momenteel wel 3 kg boven m’n topvormgewicht, wellicht dat dat nog wat zou kunnen schelen. Maar voor de rest is het vormpeil de laatste weken in stijgende lijn steil omhoog blijven gaan. Ook hiervoor geldt: beter laat dan nooit. Wel jammer dat het seizoen nu voorbij is!!

Maar ik ben in elk geval blij dat ik na een seizoen wat maar niet op gang leek te komen, en waarin alles tegenzat, ik in september toch nog een 3-tal topweekends heb mogen beleven. Dagen die me doen realiseren waarom ik er nog altijd zoveel tijd in steek, ervaringen opdoen die niemand me afpakt, etc. Cyclosportieven rijden blijft nou eenmaal enorm leuk. Dit alles geeft weer voldoende motivatie om te zorgen dat ik volgend jaar weer een pak meer van dit soort avonturen zal gaan beleven!!!

maandag 10 september 2012

Gerrie Knetemann Classic, 9-9-2012

Cyclo #164, G. Knetemann Classic, 9-sept 2012

Als cyclorijder in hart en nieren heeft 2012 tot nog toe niet bepaald de sportieve voldoening gegeven die ik altijd nastreef: op een voor mezelf acceptabel niveau meestrijden, liefst zo ver mogelijk van voren. De redenen hiervoor heb ik hier al eerder uitgelegd. Omdat ik de laatste weken toch wel wat beter in vorm ben gekomen, had ik aanvankelijk voor dit weekend een herhaling van de ‘dubbel’ van vorig jaar in gedachten: op zaterdag de Ronde van Picardië, en op zondag de Gerrie Knetemann Classic. Dit vooral om toch nog een paar cyclo’s gedaan te hebben dit jaar, en met een zo goed mogelijk gevoel de winter aanvatten. En vooral ook omdat ik de typische cyclo-sfeer toch wel enorm gemist heb dit jaar.

Echter, na de Charley Gaul van vorige week kwam ik de dagen erna geen poot meer vooruit. Niet hersteld…. Op woensdag in de Ardennen, op donderdag in het Reichswald; telkens weer dezelfde vaststelling. Enerzijds had ik zoiets van ‘wat is dat voor iets raars dat ik van een makkelijke cyclo als de Charley Gaul zo lang moet herstellen, dat is nog nooit zo geweest’, maar anderzijds ook het besef van ‘de conditionele basis is nou eenmaal wankel, wat ook een nadelige invloed heeft op m’n herstelvermogen’. Omdat het toch een flinke reis is naar Picardië in het holst van de nacht, en het risico me te groot was dat ik ook in Picardië geen poot vooruit zou komen besloot ik op vrijdag dat ik niet ging afreizen, en dan maar wilde gaan proberen om een goede Knetemann rit te rijden. Dat bleek een goede beslissing: op zaterdag tijdens een training in de Reichswald-heuvels bleek andermaal dat ik niet voldoende hersteld was van de Charley Gaul, ik was wederom niet vooruit te branden. ‘Ik ben blij dat ik niet in Picardië zit’, was toen op de fiets de overheersende gedachte.

De Knetemann-rit heb ik nooit overwogen om die ook af te blazen. Immers, die is vlak. En gek genoeg gaat het snellere, vlakke werk me de laatste tijd juist goed af; daar waar m’n klimkunsten continu ver achterblijven bij wat ik voorgaande jaren allemaal kon. En bovenal, zo’n Knetemann rit is altijd leuk om mee te pikken. ’t Is uiteraard geen officiële cyclo, maar de manier van rijden is wel als dusdanig: groepsstart, iedereen uitgerust met een chip, en een peloton waarin iedereen rijdt om zo snel mogelijk aan de finish te raken. Nadien even de resultaten sorteren op tijd van binnenkomst en we hebben een uitslag. Voila: alle ingrediënten van een reguliere cyclo zijn aanwezig dus.

Rond 7u30 kwam ik aan bij het Olympisch Stadion. Snel ingeschreven en me richting startvak begeven. Even na achten werd het startschot gelost. Bij werkelijk fenomenaal weer. Al 18ºC bij de start, wat zou oplopen tot 27ºC of zo. Kaiserwetter noemen ze dat tegenwoordig, heb ik ergens gelezen. Na de start even slalommen rond het Olympisch Stadion, en daarna gelijk het Amsterdamse Bos in. In deze rit is het de eerste km’s altijd koppen tellen. Met hoeveel zijn we vandaag die er echt voor gaan? In dit geval telde ik een man of 30.

Het hoogst haalbare doel wat ik mezelf hier had gesteld voor vandaag was om zolang mogelijk mee te gaan. Ik wilde er niet afgereden worden waar niet nodig. Zoals me dat in 2008 en 2011 was overkomen. Als eerste eindigen zoals in 2007 is ook niet reëel, maar overleven met deze eerste groep tot het eind leek me een mooi doel. En dan zou ik wel zien wat voor klassering dat zou geven.


Als er in deze ‘cyclo’ één ding van ab-so-luut levensbelang is, dan is het wel opletten. Opletten, opletten, opletten. Veel meer nog dan in reguliere cyclo’s. Opletten voor de vele vluchtheuvels, paaltjes en andere verkeersremmers. Opletten om geen pijl te missen. Opletten om je continu goed te positioneren, zodat er nergens een scheur valt en ik onnodig achterop raak. Opletten op je mederijders: er zijn er altijd wel bij die er maar niet in slagen om een bocht fatsoenlijk te nemen aan hoge snelheid, of een beetje hun lijn te houden. In elk geval zorgen dat je niet achter zo iemand rijdt.

De uitdunning vond gaandeweg wel plaats. En inderdaad, bijna elke keer door zgn. ‘incidents des parcours’:
- De splitsing tussen de 100 en de 150 km route was slecht aangegeven (volgens mij ontbrak er een bord). Onze groep zat al zeker 5 km op de 100 km route, toen het duidelijk werd dat er iets niet klopte. Slechts een klein deel van zo’n 15 man, inclusief mezelf, draaiden terug naar die splitsing, om verder de 150 km route te volgen. De rest reed dus verder de 100 km route. Dat scheelde al een pak ‘concurrenten’.
- Na zo’n 120 km werd er een klein waaiertje getrokken. Daarbij waaiden er nog wat zwakkere broeders af. Ik was net de laatste die meekon, stelde ik na een bocht vast. We waren nog met 10 man over toen.
- Op zo’n 7 km voor het eind: een enorme knal vlak achter me. Ik dacht eerst aan een aanrijding omdat er ook een auto achter ons zat. Ik kon het niet goed zien, omdat ik op dat moment vooraan reed, maar later hoorde ik dat het een klapband was. Dat had wel tot gevolg dat de ploeg die bijna alle kopwerk deed (5 van de 10) allemaal in de remmen knepen. Gevolg was dat we nog maar met 4 man overbleven.
- Ik wist uiteraard niet zeker of er, terwijl wij fout waren gereden en zo’n 10 minuten verloren hadden, er intussen een ander peloton voor ons was komen te rijden. Het leek me onwaarschijnlijk, gezien de gemiddelde snelheid die we haalden (ruim 38 km/u), dat doen er niet veel hier. Dus volgens mijn inschatting waren we op dat moment toch echt voor de plaatsen 1 t/m 4 aan het rijden.
- 2 km voor het eind: splitsing fietspad/ventweg, en een vage pijl welk van de 2 de juiste route was. Ik maakte de foute keuze terwijl ik op kop zat: de 2 sterkste rijders reden hier weg, en ik kreeg de 50 m achterstand die ik daar opliep niet meer dicht. De 4e hield ik wel achter me, zodat ik als 3e over de streep kwam. De eerlijkheid gebied me wel te zeggen dat de eerste 2 veel sterker waren; die had ik never nooit geklopt. Dat realiseerde ik me al kilometers er voor. In tegenstelling tot in 2007, toen ik als eerste binnenkwam, was ik nu geen seconde bezig geweest met de vraag hoe die putsch van toen nog eens over te doen. Ze waren veel te sterk, voelde ik. Nu gingen ze 100 m voor me over de streep, zag ik, maar ik was zeker niet ontgoocheld. Integendeel. Volgens mij 3e geworden, overleefd tot het eind, een gemiddelde van liefst 38.4 km/u… Hier had ik vooraf voor getekend!




Een dag later was de uitslag beschikbaar. Even kopiëren naar Excel, sorteren op tijd van binnenkomst, en voila: de uitslag. Inderdaad: 3e. Onverhoopt. Niet verwacht. Om een heleboel redenen.

Want: ik had heel de rit al slechte benen. Toen het eventjes op de kant getrokken werd ging ik er nét niet af. Diverse keren ook een gaatje moeten dichtrijden. Maar anderzijds: nóóit afgeven. Dat is o zo vanzelfsprekend als de benen goed zijn, maar ook o zo makkelijk om aan toe te geven als de benen slecht zijn. Gelukkig heb ik doorgebeten dit keer. Want dit zijn ook de soort inspanningen die nodig zijn om beter te worden, en wat ik dit jaar veel te weinig gedaan heb.

En op deze manier is ook het leukste. Want ook al gaat het máár om de Gerrie Knetemann Classic, en ook al is het máár een surrogaat-cyclo, en ook al ontbreekt hier elke vorm van klimwerk, en ook al is het deelnemersveld niet je-dat, en ook al is het gevaarlijk in de ogen van velen om dat hardrijden in deze omgeving te doen, en ook… , en ook… : het allerbelangrijkste is dat deze jongen een topdag heeft gehad!!! Met sportieve voldoening erbij. Eindelijk eens een keer. De eerste keer dat ik dat kan concluderen in 2012. Ik had dat dit weekend liever gehad in Picardië, en nog liever had ik dat al eerder gehad in pakweg La Vaujany of de Alpen Challenge. Maar ik heb me er bij neer moeten leggen dat dat dit jaar niet haalbaar is. En dan ben ik blij dat ik toch nog een topdag heb mogen beleven, ook al is het in de Knetemann-rit. Om weer topdagen te kunnen beleven in de ‘echte’ cyclo’s, daarvoor is eerst een goede winter + voorjaar nodig. Waar ik na deze rit gemotiveerder dan ooit aan ga werken.

maandag 3 september 2012

La Charley Gaul, 2-9-2012

Cyclo #163, La Charley Gaul, 2-sept-2012
Niet meer verwacht, toch nog gekomen. Nl., dat de 163e cyclo uit m’n carriere nog in 2012 zou plaatsvinden. Ik had me er ruim een maand geleden al bij neergelegd dat het seizoen 2012 voorbij zou gaan zonder deelname aan één enkele cyclo. Echter, in de loop van augustus voelde ik eindelijk eindelijk eindelijk dat de conditie in stijgende lijn zat. En dat na bijna 11000 km…. Ik merkte dat aan de hartslagen die ik haalde, en ook bij herhaling kon halen tijdens Zuid-Limburg- en Ardennentrainingen. Ik merkte dat aan het steeds gemakkelijker kunnen volgen bij de Wedrenners. Vorige dinsdag was wat dat betreft een hoogtepuntje: aan een voor mij recordgemiddelde van 39.7 km/u ben ik thuisgekomen; in 12 jaar Wedrenners was dit maar 2 keer eerder boven de 39 km/u!!). En ook: ik had de afgelopen weken eindelijk eens wat langere duurritten kunnen doen zonder problemen, én die goed verteerd.

Kortom, in de loop van augustus ben ik toch maar weer eens stiekem naar de cyclokalender gaan kijken voor wat mooie septemberdoelen, en voor dit weekend kwam ik uit bij goeie, ouwe Charley Gaul.

Ik had hier al 8 keer eerder aan de start gestaan, met als resultaten:

2002: 73e, 20’ na winnaar
2003: 35e, op 19’
2004: 52e, op 27’ (in de regen)
2005: 52e, op 21’
2006: 39e, op 7’
2007: 80e, op 17’
2008: 44e, op 24’ (in de regen)
2009: 133e, op 20’

Kortom, wisselende resultaten door de jaren heen, met vooral 2003 (toen twee keer zoveel hoogtemeters als tegenwoordig!!), en 2006 (supersuperbenen die dag) als uitschieters. De laatste jaren was het er niet meer van gekomen hier deel te nemen (2010 compleet uit vorm, 2011 foute inschatting van het weerbericht), maar in principe is La Charley Gaul toch altijd een vaste afspraak voor mij.

Heel veel ambitie had ik niet op voorhand voor deze cyclo, aangezien ik wel wist dat de échte macht bergop er niet is dit jaar. En er ook niet meer gaat komen de komende weken. Dus gewoon een dagje lekker hardrijden, en me zoveel mogelijk amuseren, was de opdracht; niet focusseren op een uitslag.

Om 8 uur reden we (Kaj en ikzelf) het nog ontwakende Echternach binnen. Beetje vroeg, maar in 2009 was het zo achterlijk druk hier, dat ik niet het risico wilde lopen weer achteraan te moeten staan bij de start. Beetje overdreven zo bleek… Er was nog vrijwel niemand. Nummers opgehaald. Tot m’n verbazing stond ik zowaar op de deelnemerslijst; inschrijving via de krakkemikkige website was blijkbaar toch gelukt. Daar twijfelde ik aan, want ik had geen bevestiging gekregen en ook niet hoeven te betalen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Om half 9 richting startvak. Daar waar in 2009 op dat tijdstip al 400 man voor me stond, daar was ik nu zo’n beetje de eerste malloot, die daar ging staan, om te gaan staan te k-k-klappertanden bij amper een graad of 6..

Maar goed, om 9 uur ging het dan toch los. Zo’n 350 man deden mee op de langste afstand. Ik merkte in de aanloop meteen dat ik dit jaar nog geen cyclo had gereden. Hoewel het rijden in een groot peloton nog altijd één van m’n grootste kicks is, was m’n pelotonroutine wel heel ver weggezakt. Ik liet me in de eerste 2 km al zo’n 50 plaatsen wegdrummen. Van m’n goede voornemen om na goed 10 km voorin te zitten aan de voet van de eerste klim, kwam niet veel terecht. Tja… Ik schat dat ik rond de 100e positie zat of zo bij het opdraaien. Ik moest toch wel in mezelf wat lachen: ik ging van start met het idee dat een uitslag niet belangrijk is vandaag, en wat doe ik onderweg: rijden alsof m’n leven er van af hangt, en flink balen als ik te ver zit op het moment suprème. Het aloude oerinstinct van de ervaren cyclorijder overheerst blijkbaar op zo’n moment toch altijd weer.

De Cote de Beaufort was de eerste klim. Deze klim zit op dit continu veranderende parcours er eigenlijk elk jaar wel in, en kende niet teveel geheimen voor me. Maar heel veel schoot ik daar niet mee op. Er fladderden ruim 100 man zo van me weg daar. Geen mogelijkheid om ook maar mee te gaan. Ook al hoop je op het tegendeel; ik moest vaststellen dat ik bergop toch nog wel enkele tientallen wattjes te kort kom in vergelijking met voorgaande jaren. En dat zal dit seizoen ook niet meer goed komen. Werk aan de winkel deze winter, en volgend jaar zorgen voor een betere basis dan dit jaar.

Na deze Cote de Beaufort kwam ik in een pelotonnetje van zo’n 50 man terecht, met daarbij ook de beste 2 vrouwen. Hier werd redelijk goed doorgereden, en bergop behoorde ik toch wel tot de beteren van dit gezelschap.

Deze Beaufort was gelijk de lastigste klim van de dag, de overige hellingen met welluidende namen als o.a. Gralingen, Hoscheid, Schlinder-Manderscheid, Hierzenhaff en Folkendange werden en groupe genomen. Dit verliep allemaal vrij geruisloos, behalve dat ik het idee had dat de deur van achter openstond, de groep was op een gegeven moment nog maar zo’n 25 man.

Breekpunt van de dag voor mij was de 3e bevoorrading, op 30 km van het einde. Chaos daar, omdat de rijders van de korte afstand gewoon ineens midden op de weg stil gingen staan. Daar eenmaal voorbij geslalomd stonden er gelijk na de verzorgingspost diverse personen van die heerlijk vieze flesjes Rivella (de hoofdsponsor hier) uit te delen. Één zo’n flesje rolde over de grond. De rijder voor me had blijkbaar dorst, en ging een beweging maken die ik nog nooit eerder had gezien. Hij ging al rijdend dat ding proberen op te rapen. Dat had tot gevolg dat hij z’n fiets ook dwars voor me zette. Ik kon er niet meer omheen; ik kon óf tegen hem aan knallen, óf de berm in. Het werd de berm. Aangezien die 5 cm lager was dan het asfalt, verloor ik m’n evenwicht. “GVD, l#l, ga in het circus oefenen!!!”, of iets van die strekking, riep ik naar hem. En dan lig je daar. De eerste 10 seconden wat verweesd, me afvragend waarom dit me juist nu weer moest overkomen. Alsof er nog niet genoeg had tegengezeten dit jaar. De tweede 10 seconden was het schade opmeten. Flink bloedende, kapotte knie, vanwege het grint waarop deze beland was. Daarnaast een mooie schaafwond op de dij, maar de broek was gelukkig niet stuk. Voor de rest niets; de snelheid was dan ook laag, zo’n 15 km/u, omdat het flink bergop liep daar. De derde 10 seconden was het schade aan de fiets opmeten. Die was er niet, tenminste niet zichtbaar. OK, ik kon dus verder. Vervolgens proberen weer op gang te komen, wat niet evident was met 7% stijgingspercentage.

De groep reed inmiddels 200m voor me. Die was ik dus definitief kwijt. Dju. DJU!!! Ondanks dat ik niet voor een uitslag ging, had ik toch graag daarmee de rit uitgereden. Dat was me niet gegeven dus. Toen had ik er ook even helemaal geen zin meer in. Beetje freewheelen. Eten. Gelletje. Maar na 2 km probeerde ik me toch te herpakken. Naar de finish moest ik toch, en ik wilde hoe dan ook in de uitslag staan. De derailleur had wel een tik gehad; schakelen ging moeizaam, en de ketting sloeg regelmatig over tussen 2 kransjes.

Vervolgens de laatste 30 km solo gereden. En als dan alles tegenzit, dan kon ook het schrikbeeld van elke cyclorijder er nog wel bij. Immers, ik had redelijk goed doorgegeven om toch nog zo snel mogelijk binnen te zijn. Inclusief de laatste 10 km vallei richting finish, met een briesje tegen. Alles solo. En dan wordt je in de laatste 500 m overvleugeld door een volgend peloton, waardoor ik nog zo’n 40 plaatsen verder naar achter zak in de uitslag. GVD!!! Toch nog een keer flink gevloekt daar, ook al ging het nergens meer om. Dat aloude cyclo-oerinstinct…

Nadat ik over de finish was gekomen was ik flink chagrijnig. En da’s nog zacht uitgedrukt. Me een weg banende op een niet al te vriendelijke manier tussen alle reeds gefinishte, en in de weg staande renners. Met een gezicht dat op onweer gestaan moet hebben. Niet dat zij er veel aan konden doen trouwens. Kaj gezocht. En gevonden. Hij bleek zowaar 18e (!!!!) te zijn geworden. Topprestatie, mijn respect! Daar kan ik enkel maar van dromen. Ik vond mezelf terug op de 171e plaats, 42’ achter de winnaar. Nog net in de eerste helft van de uitslag. Slecht. Schandalig slecht! Nog wat nagepraat met diverse bekenden, die ik het hele jaar nog niet had gezien, maar het baalbaalgevoel overheerste toch. Gauw vergeten deze cyclo. En me richten op de volgende doelen die ik me nog gesteld heb, te beginnen met de Ronde van Picardië a.s. zaterdag. Want ik vond het wél leuk om weer eens ergens mee te doen, en dat smaakt zeker naar meer.

De chagrijnige bui werd ‘s avonds rap verholpen door de persoon die me het beste kent: mijn vrouw. Op mijn opmerking dat m’n fiets niet goed meer schakelde na die val en dat er naar gekeken moest worden, kwam spontaan het aanbod dat zij op maandag wel naar de fietsenmaker zou gaan om het te laten maken, wetende dat ik geen tijd heb, dat hij op dinsdag gesloten is, en dat ik toch wil doortrainen. De schat..

dinsdag 24 juli 2012

Wat er nog rest in 2012...

Wat rest me nog in 2012 op de fiets? Dat is een vraag die me de laatste dagen toch wel heeft bezig gehouden. Hooggebergte zit er niet meer in. Hier en daar een dagje Limburg/Ardennen zal ik heus nog wel doen, maar dat is geen doel. Cyclo's gaat hem ook niet meer worden wegens gebrekkige vorm. En nu al aan de winter beginnen, nu het eindelijk eens normaal mooi zomerweer is, dat wil ik ook niet; daarvoor fiets ik te graag. Want heel simpel gesteld: zonder doel rondfietsen, da's niets voor mij. Ik moet ergens naar toe kunnen werken.

Omdat ik het duurvermogen, en de kracht niet heb dit jaar voor cyclo's, en omdat ik ook wel voel dat dat in de resterende 7 weken niet meer goed gaat komen, heb ik mezelf nog 1 doel gesteld: zo vaak mogelijk met de Wedrenners-A1 op dinsdagavond meerijden, en in elk geval proberen te volgen. Dit is ook het meest nuttige dat ik nog kan doen met het oog op 2013; ik wil nu ook niet de conditie te ver laten wegzakken.

Dit alles klinkt allemaal simpeler dan het is: soms met snelheden die op het vlakke de 50 km/u ruimschoots overtreffen, en een gemiddelde van 40+ op een rondje van 53 km, met 200-zoveel hoogtemeters.. Als ik goed ben, lukt me dit redelijk probleemloos met zelfs kopbeurten erbij, maar als ik wat minder ben zoals nu is het harken, harken, harken, en vooral slim rijden zonder te veel te doen.

Vanavond is het er aan blijven hangen in ieder geval prima gelukt, voor het eerst in 2 maanden of zo... Volgende week opnieuw!




zaterdag 21 juli 2012

Kleine update - deel IV - Fin de Saison

In m'n vorige bericht had ik gezegd dat ik het gevoel had alsof 'het lek boven' was, in het verhaal dat ik het hele jaar nog geen poot vooruit kwam. Ik ben toen vrij snel begonnen met het innemen van de vitamine-preparaten. En ik moet zeggen: het resultaat was vrij spectaculair. Ik zag binnen een paar dagen bergop ineens hartslagen verschijnen die ik het hele jaar nog niet gezien had. Ook voelde ik me buiten het fietsen om veel fitter dan ik de afgelopen maanden was. Achteraf vallen de puzzelstukjes dus wel in elkaar..

Dit is dus een eerste belangrijke stap in de voorbereiding op alles wat nog komt. Maar de topvorm was op dat moment nog ver weg. Dat merkte ik bij een Limburg-training, bij de Wedrenners, ... Een keer diep gaan lukt, da's al heel wat, maar ik verteerde ritmewisselingen in een groep, en meerdere hellingen achter elkaar nog niet goed.

Ik had gehoopt m'n TopVorm te vinden tijdens de geplande gezinsvakantie in de Franse Alpen: een weekje rondfietsen daar, inclusief deelname aan m'n favoriete cyclo's La Madeleine en La Bourgui. Echter, een tweetal weken geleden werd m'n zoontje van 9 plots opgenomen in het ziekenhuis, waarbij ook operatief ingrijpen noodzakelijk was. Inmiddels gaat het wel weer beter met hem, maar dit had wel tot gevolg dat de vakantie niet door kon gaan. M'n laatste kans om nog hooggebergte te zien in 2012, én om me een beetje in vorm te rijden was daarmee verkeken.. Maar soms zijn er belangrijker zaken dan fietsen, en dat was dus de afgelopen weken..

Nu is het half juli geweest: compleet uit vorm, geen echte cyclodoelen meer, geen mogelijkheid meer om een conditieboost te krijgen in het hooggebergte, ruim 3 kg te zwaar... En ook: als je al ruim 10000 km op zoek bent naar iets van Vorm, en het zit telkens om uiteenlopende redenen weer tegen, dan begint dat ook op het moraal te werken, zelfs bij iemand die eigenlijk jaarrond gemotiveerd is als ik. Kortom, in 2012 zal het niet meer goedkomen voor m'n gevoel, en ik zal pas in 2013 weer aan cyclo's gaan deelnemen. Met hopelijk wat meer meeval dan dit jaar...

2012 zal de geschiedenis ingaan als het eerste colloze jaar sinds 1991, het eerste cycloloze jaar sinds 1996, het eerste Bourg d'Oisans-loze jaar sinds 1994, en het jaar met het laagterecord aan km's sinds ik in 1999 voluit begon.. Dat gaat volgend jaar goedgemaakt worden, zeker weten!

zaterdag 30 juni 2012

Kleine update - deel III

Sinds mijn vorige bericht zijn we alweer wat weken verder, waarin ik weer wat verder ben gekomen in de zoektocht wat me nou eigenlijk mankeert dit jaar. Al is mankeren wat vertrokken in dit verband, want ik voel me eigenlijk gewoon kiplekker.

In m'n vorige bericht had ik gesteld dat ik vermoedde dat m'n redelijk lage ijzerwaardes wel eens de bron van alle fysieke tekortkomingen zou kunnen zijn. Op grond daarvan ben ik toen aan de extra ijzerrijke supplementen gegaan, en op m'n voeding gaan letten. Echter, ik kwam een paar dagen later de resultaten tegen van een sportkeuring uit febr 2008, en toen was de ijzerwaarde 8.5.... ofwel exact hetzelfde als nu. En 2008 was wél een goed fietsjaar. Om deze reden kon dat dus bijna het probleem niet zijn. Ook kwam ik tijdens trainingen in de Ardennen en Limburg maar weer eens geen poot vooruit, kon er zelfs Arno M. niet volgen bergop, die a) altijd qua niveau een eind beneden mij zat en b) net terugkeert uit een maandenlange lappenmand.

Omdat ik het eigenlijk helemaal zat was, werd het tijd voor een grondige checkup. Immers, ik ben in 2012 tot nog toe fietstrip na fietstrip aan het schrappen. Geen dichtbij-huis-cyclos, geen 3-Ballons trip, geen Vaujany trip... Verder: louter frustraties tijdens m'n geliefde trainingen in Limburg/Ardennen. Op deze manier gaat het seizoen wel heel snel aan me voorbij. En eer ik terug op niveau ben gaan er ook weer wat weken overheen vanaf het punt dat ik weer voluit kan trainen. Dat punt was dus ook nog niet bereikt. En ook: als ik wat mankeer wil ik ook zo snel mogelijk weten wat er loos is. Ik heb dus een afspraak gemaakt met SMA Midden-Nederland (Guido Vroemen), daar waar ik ook vorig jaar al eens ben geweest voor een inspanningstest. Afgelopen dinsdag 26 juni ben ik er naar toe gegaan voor een nieuwe inspanningstest, met ook een lichamelijke checkup.

Tijdens de inspanningstest kwamen alvast een aantal opmerkelijke zaken aan het licht: - Bij vorige tests was het wattage bij het omslagpunt altijd rond de 290W. Nu was dit nog slechts 220 W. Dat scheelt nogal een slok op een borrel! - M'n omslagpunt heeft altijd op 155 slagen per minuut gelegen. Nu was dat 138.... Geen wonder dus dat ik moeite had om te klimmen bij een hartslag van 150-155 (wat ik altijd deed), en geen wonder dus dat de keren dát me dit lukte ik er twee uur van moest bijkomen. Ik zat simpelweg zwaar in de weerstandszone te rijden... - Tijdens dezelfde test vorig jaar was de ratio vetverbranding/koolhydraatverbranding 90%/10%. Nu lag dit op 50%/50%. - M'n vaststelling dat ik niks in cyclo's te zoeken had was dus juist; de bovennoemde getallen spreken voor zich. Ook al omdat ik pas voor meerijden in de achterhoede, ik heb toch een iets andere sportieve beleving...

Vraag bleef dus over: hoe kan het dat ik zoveel minder vermogen heb dit jaar?? Hiertoe was het even wachten op de uitslag van de bloedtesten. Deze kreeg ik vandaag binnen, met ook alle andere resultaten. De belangrijkste uitslagen van dit alles waren: - Lengte 1.78 - Gewicht: 65 kg - Vetpercentage: 8% - Bloeddruk, HF: normaal - VO2 max: 51.6 (was altijd 66) - Vermogen bij omslagpunt: 3.4 W/kg (was altijd 4.4) - Hematocriet: 45% - Hemoglobine: 8.6 (zelfde als altijd dus) - Vitamine D: te laag!!! - Vitamine B12: te laag!!! - IJzerstofwisseling: normaal - Schildklierfunctie: OK

De belangrijkste afwijkingen waren dus de tekorten aan Vitamine D en B12. Even snel gegoogled, en daar vond ik op diverse sites dat dit best wel eens te maken kan hebben met mijn 'klachten'.

Ik heb wat aanbevelingen gekregen voor voedingssupplementen, en een recept. Hiermee ga ik maandag starten. En dan is het hopen dat het snel effect heeft. Want dit is toch voor het eerst sinds weken dat ik het gevoel heb dat het lek boven is. Hopelijk kan ik nu snel weer voluit trainen, dan is het misschien toch nog niet te laat om met een acceptabele conditie aan de start te staan van La Bourgui (29 juli)..