dinsdag 4 november 2014

Terugblik

Na een seizoen waarin ik wél veel gefietst heb, maar niet aan de doelen ben toegekomen die ik me vooraf had gesteld, ben ik inmiddels wel op een punt aangekomen dat ik weet dat m’n beste jaren toch écht wel een stukkie achter me liggen. Dat is niet erg, ik heb een heeeeeeeeeleboel mooie herinneringen aan 15 jaar cyclosportieven rijden overgehouden, heel veel dingen gepresteerd waar ik bijzonder trots op ben. Anderzijds, steekt het toch stiekem wel dat ik me realiseer dat dat voltooid verleden tijd is. Véél fietsen heb ik altijd gedaan, en zal ik ook wel blijven doen, maar de kans dat ik ooit nog ga deelnemen aan de grotere cyclo’s acht ik bijzonder klein. Ik heb altijd gezegd dat ik een voor mezelf acceptabel niveau moet halen daarvoor, en dat haal ik simpelweg niet meer. Niet erg, ik heb m’n jeugddromen voor een groot deel waar kunnen maken, en dát pakt niemand me nog af.

Uiteraard heb ik ook veel nagedacht over de meest straffe dingen die ik gepresteerd heb, en leek het me wel een aardig idee dat hier eens neer te zetten.

Dus bij deze m’n (in willekeurige volgorde) top 10 van Strafste Prestaties. Daarbij aantekenend dat ik zelf ook wel weet dat ik he-le-maal niets voorstel; gezien m’n geringe talent het niveau van ‘prutsfietser’ amper ben ontstegen; dat ik me bewust ben dat veel anderen om deze ‘prestaties’ eens zullen lachen. Maar door altijd hard te werken heb ik toch een niveau gehaald wat ik voor mezelf nooit voor mogelijk had gehouden zo’n 20 jaar geleden. En heb ik toch diverse malen een enorme kick gekregen van hetgeen ik gepresteerd heb. Een kick waarvan ik nog maar moet afwachten of ik hem met al m’n huidige en toekomstige andere activiteiten in m’n leven ooit nog ga bereiken...

1)-- Zonder meer één van m’n beste prestaties ooit in een bergcyclo was de Highländer Radmarathon, 9-aug 2003. Start en finish in Hohenems, Vorarlberg, Oostenrijk. 225 km, 4000 hm. Resultaat: 14e op zo’n 1200 deelnemers. Dé Dag Dat Alles Klopte. Om te beginnen het weer: snikheet. Het was de dag dat Luik-Bastenaken-Luik voor toerders werd afgelast wegens té heet. Zulke omstandigheden zijn altijd al een bondgenoot geweest van me, ook nu. Vol de eerste klim van 7 km opgereden. Net voor de top gelost bij de eersten, en in de afdaling als laatste weer terug vooraan komen aansluiten in de eerste groep van zo’n 30 man. Vervolgens in de 20 km lange vallei kunnen herstellen, goed eten en drinken, terwijl er flink werd doorgereden. Zó hard dat er van achter nooit meer iemand terugkwam. In het tweede deel van de rit waren er heel wat die door de hitte terugvielen. Ik niet . Zodoende ben ik als 14e kunnen eindigen die dag, binnen een half uur van de winnaar, en aan 29.1 km/u gemiddeld. Dit was voor mij écht zwaar boven alle verwachtingen. Door optimale koersomstandigheden ver boven mezelf uitgestegen die dag.

2)-- Iedere zichzelf respecterende wielrenner moet toch minstens 1 keer een recordpoging doen op de Alpe d’Huez. Ook ik was daar geen uitzondering op. Jaar na jaar geprobeerd het beter te doen. Wat ook jarenlang lukte. Zie het lijstje (gemeten van bocht waar de klim begint, tot finishplaats Tour):
- 1993: 3u op een gehuurde ATB
- 1995: 1u28
- 1996: 1u23
- 1998: 1u15
- 1999: 1u06
- 2000: 1u03
- 2001: 1u01
- 2002: 56.40
- 2003: 55.23 (zelfs in 51’ tot aan het tunneltje)
Gezien het lijstje, en gezien m’n gestage progressie in die jaren, ben ik bijzonder trots op deze tijd. Toen ik halverwege de jaren 90 begon, had ik nooit, maar dan ook nooit kunnen denken dat ik daar ooit zo’n tijd zou kunnen realiseren...

3)-- Ik heb me in beperkte mate ook wel eens gewaagd aan officiele KNWU-wedstrijden. Laat even voorop staan: dat is niets voor mij. Wél de power in de beentjes; maar: té licht, té weinig wringer, té weinig bereid om m’n ellebogen te gebruiken, etc. En eigenlijk vond ik het ook niet echt leuk om te doen. Desondanks ben ik er toch in geslaagd een paar wedstrijden uit te rijden. Ondanks dat ik niet meer ben dan pelotonvulling in dat soort avonturen , ben ik toch trots op het beëindigen van Someren-Peer-Someren in 2008 in het peloton, en vooral dat het ging in een gemiddelde van meer dan 43 km/u. Die dag 130 km binnen de 3u afgelegd... Dat zijn gemiddeldes die profs ook halen in hún wedstrijden. Nooit gedacht dat ik dát ook ooit zou kunnen...

4)-- Wielrennen draait in de essentie om het winnen van wedstrijden, heb ik altijd geleerd. Op mijn prutsniveau, en in de ritten die ik altijd opzocht, was het een illusie dat ik ooit in die positie zou komen. Op één uitzondering na. De Gerrie Knetemann Classic, 150 km in Noord-Holland, 8-sept 2007. Niet eens een officiele cyclo, maar een toertocht met tijdsopname. Maar toch: begeleiding van motoren, vrijhouden van oversteekpunten, etc. Vanaf de start mee vooraan. Het pelotonnetje dunde stelselmatig uit, tot we in de laatste kilometers nog met 6 man over waren. Één demarrage vanuit een fietserstunneltje in de laatste km was genoeg om m’n 5 vluchtgezellen te verschalken. En zodoende als eerste over de streep te rijden! Gewonnen dus! Ook al ging het he-le-maal nergens om, de kick van het moment was er niet minder om.

5)-- Alpen Challenge, 23-aug 2009, 220 km vanuit Lenzerheide (Zwitserland), 4000 hoogtemeters. Nog zo’n dag waarop álles klopte.. 28e geworden toen, op ruim 700 deelnemers. Na de start om 6u30 ‘s ochtends gelijk als ontbijt de Albula pas op, 26 km stevig bergop. Hierna zit je al redelijk op je plek. Vervolgens de Bernina en de Forcola di Livigno. Na 90 km zit 75% van alle hoogtemeters er eigenlijk al op. Maar dan. Dan komt er een vallei van 70 km richting voet van de Julier pas. Omdat er al zó veel geklommen is op dat moment, ligt het hele veld uit elkaar. In 2008 had ik me in die bewuste vallei helemaal stuk gereden, omdat m’n groepje toen maar uit 5 man bestond, en ik veel te veel kopwerk moest doen. In 2009 ging dat beter; precies aan het begin van die vallei werd ons groepje versterkt met één van de toppers, die lek was gereden vooraan, en zodoende bij ons verzeilde. En dus vervolgens 70 km als locomotief diende. Dat scheelde! Op de Julier ben ik toen dus niet stuk gegaan, en kon er ook niemand terugkeren bij ons. Gevolg: 28e in 7u33; bijna een half uur sneller als in 2008. Onverhoopt!!!

6)-- Ook heb ik in al m’n cyclojaren altijd alles meegepikt wat er in België aan cyclo’s te rijden viel. Koploper was de Velomediane: 11 keer gereden. Van 1997 t/m 2006 + 2008. Dit parcours is eigenlijk altijd nagenoeg hetzelfde: ongeveer 170 km en ongeveer 3000 hm. Deze rit is altijd bijzonder druk, en bijzonder sterk bezet. Om hier top-100 te kunnen rijden moet je al een aardig stukkie kunnen fietsen. In de jaren 2000 t/m 2005 zat ik steevast rond plek 130-170, en altijd een tijd ergens tussen de 5u35 en 5u40. M’n stille ambitie om hier ooit eens top 100 te rijden, had ik eigenlijk al uit m’n hoofd gezet. Maar toen kwam de Velomediane van 26-aug 2006.. Ik was bijzonder goed in vorm toen, al weken. Ik kon vooraan starten, en werd in tegenstelling tot voorgaande jaren, eens niet gelost op de eerste helling. Kon zelfs vrij relaxed meepeddelen, en heb de eerste groep kunnen volgen tot aan de Mur de Velomediane, na zo’n 70 km. Ook daarna kwam ik in goede groepen terecht, en door o.a. voormalig topveldrijdster Daphny v.d. Brand te kloppen, eindigde ik warempel als 72e, in 5u19, liefst 31.4 km/u gemiddeld, en maar nauwelijks 20’ achter de winnaar. Boven alle verwachtingen...

7)-- Nog zo’n Belgische topprestatie waar ik enorm fier op ben: de Fiets Challenge op 4-mei 2003. Tegenwoordig bestaat deze rit niet meer, maar in die tijd was dat een jaarlijks hoogtepunt in wielerland, georganiseerd door het blad Fiets, met steevast 2000-3000 deelnemers. 150 km, zo’n 2500 hoogtemeters, in de Voerstreek. Het was de tijd waarin Goud behalen in cyclo’s ook nog iets bijzonders was. Later niet meer, omdat ik dat overal wel haalde. De tijdsgrens voor mij stond die dag op 4u30. Ik realiseerde me op zo’n 20 km voor het einde dat het misschien net haalbaar was, maar dat het krap aan zou zijn. Me dus he-le-maal leeggetrokken op de laatste hellingen, als een idioot gedaald, als een malle de dorpjes doorspurtend, voluit op het vlakke, .... Vol, vol, vol, ... En jawel; na de finish bleek m’n tijd 4uur, 29minuten, en 57 seconden te zijn. Drie seconden binnen de limiet voor Goud!!!! Ik sprong ter plekke een gat van 2 meter in de lucht! En meer nog: toen ik de uitslag later zag bleek ik 58e te zijn geworden op zo’n 2800 deelnemers, met nauwelijks 8 minuten achterstand op de winnaar. En te bedenken dat ik aan het begin ook nog een inhaalrace moest doen vanuit het tweede startvak. Een super-superdag, waarop ook alles klopte...

8)-- In dit rijtje van topprestaties hoort zeker ook La Vaujany van 2009 thuis. 173 km, 4000 hm, in de vallei rond Bourg d’Oisans. Een rit die al sinds 2003 tot m’n vaste afspraken hoorde. Aangezien ook hier het parcours altijd hetzelfde is maakte dat de tijden van jaar tot jaar heel mooi vergelijkbaar waren:
2003: 60e in 6u39
2004: 79e in 6u55
2005: 76e in 6u43
2006: 43e in 6u37
2008: 44e in 6u37
Eigenlijk een vrij constant rijtje, altijd eigenlijk tussen 6u35/6u45. Maar toen kwam de 28e juni 2009. Al een hele week in de bergen getraind, en ik voelde me bijzonder goed op training. Op de dag zelf was het lekker warm weer (mijn bondgenoot!!!). Niet stuk gegaan, goede groepen getroffen in de valleien, nog overschot op de slotklim, en uiteindelijk gefinished in 6u24 als 31e!!!! Waarbij ik ook nog eens de vrouwelijke topper uit die dagen, Edith v.d. Brande, met een paar seconden klopte! Na zoveel jaren dus ineens een flinke uitschieter naar boven hier, zowel in tijd als in klassering!!! Onverhoopt. Diezelfde dag ben ik toen nog naar huis gereisd; ik heb volgens mij 9u lang met een lach op m’n gezicht in de auto gezeten, zelfs al was ik in m’n uppie....

9)-- Ook aan La Madeleine van 27-juli 2008 bewaar ik bijzonder prettige herinneringen. 137 km, 3200 hm, met de Col de la Madeleine vanuit La Chambre als zwaartepunt. Finish in het ski-oord Valmorel. Ik voelde me de hele dag bijzonder goed, maar was gaandeweg het spoor wat bijster geraakt qua positie in de koers, omdat lange en korte afstand hier lange tijd samen reden. Maar de verschrikte reactie van mijn vrouw toen ik finishte is nog altijd legendarisch. ‘Ben jij er nu al??? Er zijn er pas een paar binnen!!!’. Bleek ik 24e te zijn geworden..., een half uurtje na de winnaar. Tweede was toen profrenner Jerome Coppel.

10)-- M’n laatste echte topprestatie dateert van 17-april 2011, Les Six Bourgeois, 140 km vanuit Calais. Na een ronduit slecht 2010, na een winter vol sneeuw- en ijshindernissen, maar juist dáárom boordevol moraal om er in 2011 weer een topjaar van te maken. Eerste rit in 2011 was dus deze Six Bourgeois, een nieuwe cyclo over een Zuid-Limburg-achtig parcours. Onzeker over m’n vorm ook. Maar ik kon zo’n 40 km lang meedoen vooraan; er was nog hooguit 20 man over. Ronduit bizar! Maar wel kicken. Uiteindelijk ging ik met een groepje van zo’n 6 man richting eindsprint, waarin ik 3e werd van m’n groepje. 19e in de einduitslag!!!!! Ik dacht op dat moment écht van, ‘tjee, dat ik dit nog kan’. Achteraf bleek het wel m’n laatste échte topprestatie te zijn..

Dit alles typende realiseer ik me dat het bijzonder moeilijk is om te kiezen welke prestaties ik wel, en welke ik niet in deze lijst op zou moeten nemen. Want er is nog zó veel meer waar ik enorm trots op ben. M’n 2e plaats in het Klim-Criterium van Beek-Ubbergen 2006, m’n top 100 plek in de Marmotte, m’n 68e plek (twee keer zelfs) in de Trois Ballons, m’n 1u24 op de Mt Ventoux daags na een zware cyclo, m’n 22e plek in La Bourgui 2010, m’n 35e in La Morzine 2008, de Charly Gaul van 2003, etc etc etc etc etc.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten