maandag 10 september 2012

Gerrie Knetemann Classic, 9-9-2012

Cyclo #164, G. Knetemann Classic, 9-sept 2012

Als cyclorijder in hart en nieren heeft 2012 tot nog toe niet bepaald de sportieve voldoening gegeven die ik altijd nastreef: op een voor mezelf acceptabel niveau meestrijden, liefst zo ver mogelijk van voren. De redenen hiervoor heb ik hier al eerder uitgelegd. Omdat ik de laatste weken toch wel wat beter in vorm ben gekomen, had ik aanvankelijk voor dit weekend een herhaling van de ‘dubbel’ van vorig jaar in gedachten: op zaterdag de Ronde van Picardië, en op zondag de Gerrie Knetemann Classic. Dit vooral om toch nog een paar cyclo’s gedaan te hebben dit jaar, en met een zo goed mogelijk gevoel de winter aanvatten. En vooral ook omdat ik de typische cyclo-sfeer toch wel enorm gemist heb dit jaar.

Echter, na de Charley Gaul van vorige week kwam ik de dagen erna geen poot meer vooruit. Niet hersteld…. Op woensdag in de Ardennen, op donderdag in het Reichswald; telkens weer dezelfde vaststelling. Enerzijds had ik zoiets van ‘wat is dat voor iets raars dat ik van een makkelijke cyclo als de Charley Gaul zo lang moet herstellen, dat is nog nooit zo geweest’, maar anderzijds ook het besef van ‘de conditionele basis is nou eenmaal wankel, wat ook een nadelige invloed heeft op m’n herstelvermogen’. Omdat het toch een flinke reis is naar Picardië in het holst van de nacht, en het risico me te groot was dat ik ook in Picardië geen poot vooruit zou komen besloot ik op vrijdag dat ik niet ging afreizen, en dan maar wilde gaan proberen om een goede Knetemann rit te rijden. Dat bleek een goede beslissing: op zaterdag tijdens een training in de Reichswald-heuvels bleek andermaal dat ik niet voldoende hersteld was van de Charley Gaul, ik was wederom niet vooruit te branden. ‘Ik ben blij dat ik niet in Picardië zit’, was toen op de fiets de overheersende gedachte.

De Knetemann-rit heb ik nooit overwogen om die ook af te blazen. Immers, die is vlak. En gek genoeg gaat het snellere, vlakke werk me de laatste tijd juist goed af; daar waar m’n klimkunsten continu ver achterblijven bij wat ik voorgaande jaren allemaal kon. En bovenal, zo’n Knetemann rit is altijd leuk om mee te pikken. ’t Is uiteraard geen officiële cyclo, maar de manier van rijden is wel als dusdanig: groepsstart, iedereen uitgerust met een chip, en een peloton waarin iedereen rijdt om zo snel mogelijk aan de finish te raken. Nadien even de resultaten sorteren op tijd van binnenkomst en we hebben een uitslag. Voila: alle ingrediënten van een reguliere cyclo zijn aanwezig dus.

Rond 7u30 kwam ik aan bij het Olympisch Stadion. Snel ingeschreven en me richting startvak begeven. Even na achten werd het startschot gelost. Bij werkelijk fenomenaal weer. Al 18ºC bij de start, wat zou oplopen tot 27ºC of zo. Kaiserwetter noemen ze dat tegenwoordig, heb ik ergens gelezen. Na de start even slalommen rond het Olympisch Stadion, en daarna gelijk het Amsterdamse Bos in. In deze rit is het de eerste km’s altijd koppen tellen. Met hoeveel zijn we vandaag die er echt voor gaan? In dit geval telde ik een man of 30.

Het hoogst haalbare doel wat ik mezelf hier had gesteld voor vandaag was om zolang mogelijk mee te gaan. Ik wilde er niet afgereden worden waar niet nodig. Zoals me dat in 2008 en 2011 was overkomen. Als eerste eindigen zoals in 2007 is ook niet reëel, maar overleven met deze eerste groep tot het eind leek me een mooi doel. En dan zou ik wel zien wat voor klassering dat zou geven.


Als er in deze ‘cyclo’ één ding van ab-so-luut levensbelang is, dan is het wel opletten. Opletten, opletten, opletten. Veel meer nog dan in reguliere cyclo’s. Opletten voor de vele vluchtheuvels, paaltjes en andere verkeersremmers. Opletten om geen pijl te missen. Opletten om je continu goed te positioneren, zodat er nergens een scheur valt en ik onnodig achterop raak. Opletten op je mederijders: er zijn er altijd wel bij die er maar niet in slagen om een bocht fatsoenlijk te nemen aan hoge snelheid, of een beetje hun lijn te houden. In elk geval zorgen dat je niet achter zo iemand rijdt.

De uitdunning vond gaandeweg wel plaats. En inderdaad, bijna elke keer door zgn. ‘incidents des parcours’:
- De splitsing tussen de 100 en de 150 km route was slecht aangegeven (volgens mij ontbrak er een bord). Onze groep zat al zeker 5 km op de 100 km route, toen het duidelijk werd dat er iets niet klopte. Slechts een klein deel van zo’n 15 man, inclusief mezelf, draaiden terug naar die splitsing, om verder de 150 km route te volgen. De rest reed dus verder de 100 km route. Dat scheelde al een pak ‘concurrenten’.
- Na zo’n 120 km werd er een klein waaiertje getrokken. Daarbij waaiden er nog wat zwakkere broeders af. Ik was net de laatste die meekon, stelde ik na een bocht vast. We waren nog met 10 man over toen.
- Op zo’n 7 km voor het eind: een enorme knal vlak achter me. Ik dacht eerst aan een aanrijding omdat er ook een auto achter ons zat. Ik kon het niet goed zien, omdat ik op dat moment vooraan reed, maar later hoorde ik dat het een klapband was. Dat had wel tot gevolg dat de ploeg die bijna alle kopwerk deed (5 van de 10) allemaal in de remmen knepen. Gevolg was dat we nog maar met 4 man overbleven.
- Ik wist uiteraard niet zeker of er, terwijl wij fout waren gereden en zo’n 10 minuten verloren hadden, er intussen een ander peloton voor ons was komen te rijden. Het leek me onwaarschijnlijk, gezien de gemiddelde snelheid die we haalden (ruim 38 km/u), dat doen er niet veel hier. Dus volgens mijn inschatting waren we op dat moment toch echt voor de plaatsen 1 t/m 4 aan het rijden.
- 2 km voor het eind: splitsing fietspad/ventweg, en een vage pijl welk van de 2 de juiste route was. Ik maakte de foute keuze terwijl ik op kop zat: de 2 sterkste rijders reden hier weg, en ik kreeg de 50 m achterstand die ik daar opliep niet meer dicht. De 4e hield ik wel achter me, zodat ik als 3e over de streep kwam. De eerlijkheid gebied me wel te zeggen dat de eerste 2 veel sterker waren; die had ik never nooit geklopt. Dat realiseerde ik me al kilometers er voor. In tegenstelling tot in 2007, toen ik als eerste binnenkwam, was ik nu geen seconde bezig geweest met de vraag hoe die putsch van toen nog eens over te doen. Ze waren veel te sterk, voelde ik. Nu gingen ze 100 m voor me over de streep, zag ik, maar ik was zeker niet ontgoocheld. Integendeel. Volgens mij 3e geworden, overleefd tot het eind, een gemiddelde van liefst 38.4 km/u… Hier had ik vooraf voor getekend!




Een dag later was de uitslag beschikbaar. Even kopiëren naar Excel, sorteren op tijd van binnenkomst, en voila: de uitslag. Inderdaad: 3e. Onverhoopt. Niet verwacht. Om een heleboel redenen.

Want: ik had heel de rit al slechte benen. Toen het eventjes op de kant getrokken werd ging ik er nét niet af. Diverse keren ook een gaatje moeten dichtrijden. Maar anderzijds: nóóit afgeven. Dat is o zo vanzelfsprekend als de benen goed zijn, maar ook o zo makkelijk om aan toe te geven als de benen slecht zijn. Gelukkig heb ik doorgebeten dit keer. Want dit zijn ook de soort inspanningen die nodig zijn om beter te worden, en wat ik dit jaar veel te weinig gedaan heb.

En op deze manier is ook het leukste. Want ook al gaat het máár om de Gerrie Knetemann Classic, en ook al is het máár een surrogaat-cyclo, en ook al ontbreekt hier elke vorm van klimwerk, en ook al is het deelnemersveld niet je-dat, en ook al is het gevaarlijk in de ogen van velen om dat hardrijden in deze omgeving te doen, en ook… , en ook… : het allerbelangrijkste is dat deze jongen een topdag heeft gehad!!! Met sportieve voldoening erbij. Eindelijk eens een keer. De eerste keer dat ik dat kan concluderen in 2012. Ik had dat dit weekend liever gehad in Picardië, en nog liever had ik dat al eerder gehad in pakweg La Vaujany of de Alpen Challenge. Maar ik heb me er bij neer moeten leggen dat dat dit jaar niet haalbaar is. En dan ben ik blij dat ik toch nog een topdag heb mogen beleven, ook al is het in de Knetemann-rit. Om weer topdagen te kunnen beleven in de ‘echte’ cyclo’s, daarvoor is eerst een goede winter + voorjaar nodig. Waar ik na deze rit gemotiveerder dan ooit aan ga werken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten