maandag 17 september 2012

La Christophe Brandt, 16-9-2012, Verviers

Cyclo #165, La Christophe Brandt, 16-sept 2012



Al sinds 2009 is La Christophe Brandt, dit jaar omgedoopt tot Trek Ardenne Bleue (de commercie doet ook hier zijn intrede...), m’n vaste seizoensafsluiting. Nog een laatste keer knallen, in de door mij nog altijd zo geliefde Ardennen (dit jaar voor het 14e jaar op rij meer dan 1000 Ardennenkilometers op jaarbasis gereden). Niet dat ik in deze cyclo al mooie uitslagen heb gereden; daarvoor ligt deze rit me eigenlijk niet zo heel goed. Immers, naar goede gewoonte knalt hier alles op de 1e klim uiteen, en het is precies zo’n woeste sprint omhoog waar ik eigenlijk nooit zo goed in ben geweest, en daarom boven altijd wat te ver naar m’n zin uitkom.

De resultaten hier tot nog toe zijn:
2009: 62e, 16’ na de winnaar
2010: 83e, op 19’
2011: 88e, op 31’
Wel met de aantekening dat het parcours sinds 2011 aanmerkelijk zwaarder is geworden: sindsdien zo’n 1750 hoogtemeters, daar waar dit er amper 1200 waren in de eerste jaren; dus vandaar de wat kleinere achterstanden op de winnaar toen.

Dit jaar is het parcours exact gelijk aan dat van 2011, dwz een mooi Ardennen-menu met achtereenvolgens de Tancrémont, Oneux, Lorcé, Chession, een halve Ancienne Barriere, Froidville, Petit-Redoute en als toetje de Hézee.

De ambitie voor vandaag was eigenlijk dat ik geen ambitie had. Ondanks dat ik de laatste weken toch echt wel stukken beter ben gaan rijden, had ik m.n. in de Charley Gaul vastgesteld dat ik bergop nog wel wat power te kort kom. Het zou me sterk verbazen als dat hier ineens niet meer zo zou zijn.. Dus nergens van uit gaan vandaag, en gewoon lekker rijden.

8u15. Met strijdmakker Arno M. draaien we het altijd vrolijk ogende Verviers binnen. Gelukkig schijnt de zon dit keer, dan is het allemaal wat minder grauw en grijs. Richting Parking van het Factory Outlet Design. Het eerste wat al opviel was dat het hier véél drukker was dan ik gewend was de afgelopen jaren. Zo’n beetje de enige beschikbare parkeerplaats die over was was een redelijk smalle, dicht tegen de materiaal-vrachtwagen van de Cofidis-profploeg aan, die hier tot m’n verbazing stond (‘waarom zou ik hier níet mogen parkeren’, vroeg ik me op dat moment af). De Cofidis-ploeg verbleef hier blijkbaar voor het WK ploegentijdrit later vandaag in Valkenburg. Naast de vrachtwagen stonden hier diverse ploegleidersautos en nog een camper in de Cofidis-kleuren.



Na de gebruikelijke verbazingen bij het inschrijven (de inschrijfformulieren waren op: ‘schrijf u naam maar op achterzij-dè van deze rijder, of nee, pak u maar papier van routbe-schrij-víng’), en de jaarlijkse, zeer hartelijke, begroeting van Mijnheer de Voorzitter (‘u is hier voor de driede, of nee, vierde keer’), begaf ik me rond 8u30 richting startvak. Eens rondkijkend viel het me al meteen op dat de bezetting dit keer wel erg sterk was. Maar weinig cyclo-toppers uit de Benelux die hier vandaag niet waren. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren, waar het toen bijna alleen maar localo’s waren hier. De forse promotiecampagne rond deze cyclo, het verdwijnen van bijna alle andere Belgische cyclos, en het wel bijzonder fraaie weer vandaag, zal daar wel voor een groot stuk tussen zitten.



Om 9 u werd de start gegeven. Zo’n 400 deelnemers. Eerste stuk geneutraliseerd, om Verviers ‘veilig’ uit te kunnen komen. En net als in de Charley Gaul stelde ik vast dat m’n pelotonvaardigheden toch serieus waren verdwenen door m’n maandenlange absentie in cyclo’s dit jaar. In no time vlogen me 100 man voorbij, al moet ik er bij zeggen dat ik velen toch manoeuvres zag maken die ik nooit gedurfd heb en ook nooit zal durven. Levensgevaarlijk soms. Over trottoirs, rakelings langs vluchtheuvels en paaltjes, linksom om tegenliggers heen, …. . Gelukkig ging alles goed voor zover ik het kon zien.

Maar goed, na nauwelijks 5 km is het al gedaan met lachen. Daar ligt één van de zwaarste hellingen van de dag, de Tancrémont, al in de ochtendzon te wachten op ons. Hét breekpunt van de dag. Dáár is het zaak mee te zijn, dáár wordt je positie voor de rest van de dag bepaald. Met de ervaring, én parcourskennis van vorig jaar op zak (opgeblazen in het eerste deel, vervolgens door diverse groepen voorbijgereden zonder dat ik kon aanpikken), begon ik er nu iets behoudender aan. Wel met verzuring tot diep achter m’n oren, altijd lachen. Me altijd afvragend op zo’n moment waarom ik dit toch zo leuk vind om te doen. Hartslag ging naar 158, net boven m’n omslagpunt. Mooi! Goede benen dus. Op de top verzeilde ik in een groep van zo’n 50 man of zo, en daar kon ik keurig bij aanpikken. Deze missie was alvast geslaagd, ik had me niet opgeblazen zoals vorig jaar.

Al zat ik van binnen toch wel flink te vloeken. Net als in de Charley Gaul fladderden er op de eerste klim ruim 100 man van me weg. Het gebrek aan power… Maar geen excuses, ik zit nu op m’n plek die ik nu waard ben. Resultaten uit het verleden, etc. Uiteraard wil ik liever veel verder van voren meerijden, maar het zit er nou eenmaal niet in. Maar ook even relativerend: om me heen kijkend zag ik gezichten die ik in het verleden ook altijd in mijn omgeving zag in dit soort ritten. Dat stemde me tevreden: zoals ik al aangaf was de bezetting enorm sterk hier vandaag, dus verder van voren willen zitten is hoe dan ook niet realistisch voor mij.

De groep waar ik in zat bestond uit zo’n 40-50 dappere strijders. De volgende hellingen werden gegroepeerd genomen, waarbij er van achter telkens wat afwaaiden (en meestal weer terugkwamen), en ook van voren er telkens een paar weg wilden rijden. Zinloos uiteraard zo ver van de finish; waar ga je dan in godsnaam naar toe rijden?? Die raapten we dan ook telkens snel weer op.

Zelf ben ik een tweetal keren in de problemen geraakt, al was het niet door fysieke onmacht. In de afdaling van de Oneux vond een Waalse malloot het nodig om aan ruim 60 km/u tegen m’n arm aan te duwen, en daarna eraan te trekken, om me te passeren. Nooit meegemaakt! Mafkees; ik bleef maar net overeind; blijkbaar reed m’n beschermengeltje mee vandaag... Dat maakte ik hem ook even flink duidelijk daarna (‘sorry, iek spriek gien Niederlánds’). Verder begon ik na een snelle afdaling van de Lorcé te ver van achteren aan de Chession. Het gat dat daar viel had ik pas op de top weer dicht gereden, vooral omdat ik telkens gaten dicht moest rijden die anderen daar lieten vallen. Maar verder voelde ik me heel goed (de beste jaarbenen? In elk geval de beste klimbenen van 2012!); op de zwaarste beklimmingen als Oneux en de Petit Redoute ben ik nooit uit de eerste 10 geweest.

Met zo’n 25 man begonnen we aan de laatste klim: de Hézee, op zo’n 7 km van de finish. Daar reden we wel met een man of 8 weg, maar de grote groep was nooit ver weg. Van vorig jaar weet ik dat op het plateau boven, en in de snelle afdaling erna, alles toch weer terug komt aansluiten. Dat was nu ook zo.

De finish was dit jaar iets verlegd. Dat betekende in de laatste paar 100 m achtereenvolgens een rotonde helemaal rond nemen, meteen erna een scherpe bocht naar rechts, knikje omhoog, weer scherpe bocht naar rechts, en dan op de parking van de Factory Outlet nog in carré-vorm een blokkie rijden. Kortom, probeer hier maar eens vooraan te raken, én te blijven. Een putdeksel waar ik vol inknalde net na genoemde rotonde, haalde bij mij de vaart er uit, verloor daar al een pak plaatsen, en opschuiven lukte nadien niet meer. Ik heb ook maar niet meer aangedrongen toen. Ik vond dit echt een flutaankomst, een cyclo onwaardig. Dit is veel te gevaarlijk om met een groep van 30-40 man op de finish af te stormen. Uiteindelijk ben ik gefinished in 3u48.

Daar stond ik dan na de finish. Onderweg had ik me niet echt kunnen bedenken of ik nu op weg was naar een goed resultaat of niet. De eerste indicatie is m’n gemiddelde. Onderweg was de bevestiging van m’n km-teller stuk gegaan, en kon ik daardoor niet meer kijken naar het gemiddelde. In de Amblève-vallei richting Remouchamps zag ik dat ik de kaap van 100 km rondde in 2u59 minuten. Dik 33 km/u op dat moment dus. ‘Er zijn genoeg dagen dat ik geen 100 km binnen de 3u afleg, en al zeker niet op zo’n parcours. Het zal dus wel hard gaan’, bedacht ik me toen al. Na de finish bleek m’n gemiddelde 33.9 km/u te zijn. Amaai… Ook ben ik op een identiek parcours bijna een kwartier sneller dan een jaar geleden. Nogmaals amaai… . En m’n achterstand op de winnaar: die bedroeg nauwelijks 20’. Dat is niks meer dan ik in m’n betere jaren op dergelijke parcoursen verloor. En nogmaals: amaai… De klassering dan: 150e. Ai, dat viel dus niet mee. Niet bepaald indrukwekkend. Weliswaar in dezelfde tijd als de nr 120, maar toch. Maar op de cijfers afgaand: in 2011 88e in 4u3, nu op exact hetzelfde parcours 150e in 3u49...

Maar: nu ik het even heb kunnen laten bezinken kan ik niet anders dan concluderen dat ik hier een hele goede race heb gereden. 33.9 km/u gemiddeld op zo’n parcours heb ik nog niet te vaak gedaan. Het gevoel onderweg was ook gewoon goed; eindelijk heb ik m’n klimbenen wat hervonden lijkt het. Beter laat dan nooit. Verder: zowel in de Charley Gaul als hier reden er op de 1e klim ruim 100 man van me weg. Maar waar ik in Luxemburg renners zag wegrijden die ik andere jaren nog kon bijbenen/kon kloppen, daar zaten hier de mensen van ‘mijn normale niveau’ nu ook in mijn groep. De bezetting was hier simpelweg vele malen sterker. En dan maar amper 20’ verliezen is meer dan behoorlijk. Deze zaken opgeteld brachten me op de conclusie dat ik in m’n betere jaren hier niet veel verder van voren zou zijn geëindigd dan nu. Ik zit momenteel wel 3 kg boven m’n topvormgewicht, wellicht dat dat nog wat zou kunnen schelen. Maar voor de rest is het vormpeil de laatste weken in stijgende lijn steil omhoog blijven gaan. Ook hiervoor geldt: beter laat dan nooit. Wel jammer dat het seizoen nu voorbij is!!

Maar ik ben in elk geval blij dat ik na een seizoen wat maar niet op gang leek te komen, en waarin alles tegenzat, ik in september toch nog een 3-tal topweekends heb mogen beleven. Dagen die me doen realiseren waarom ik er nog altijd zoveel tijd in steek, ervaringen opdoen die niemand me afpakt, etc. Cyclosportieven rijden blijft nou eenmaal enorm leuk. Dit alles geeft weer voldoende motivatie om te zorgen dat ik volgend jaar weer een pak meer van dit soort avonturen zal gaan beleven!!!

1 opmerking:

  1. Merci pour votre 4ème participation à notre épreuve et au plaisir de vous revoir.
    Le Président de l'organisation.
    Patrick Lejeune

    BeantwoordenVerwijderen