maandag 3 september 2012

La Charley Gaul, 2-9-2012

Cyclo #163, La Charley Gaul, 2-sept-2012
Niet meer verwacht, toch nog gekomen. Nl., dat de 163e cyclo uit m’n carriere nog in 2012 zou plaatsvinden. Ik had me er ruim een maand geleden al bij neergelegd dat het seizoen 2012 voorbij zou gaan zonder deelname aan één enkele cyclo. Echter, in de loop van augustus voelde ik eindelijk eindelijk eindelijk dat de conditie in stijgende lijn zat. En dat na bijna 11000 km…. Ik merkte dat aan de hartslagen die ik haalde, en ook bij herhaling kon halen tijdens Zuid-Limburg- en Ardennentrainingen. Ik merkte dat aan het steeds gemakkelijker kunnen volgen bij de Wedrenners. Vorige dinsdag was wat dat betreft een hoogtepuntje: aan een voor mij recordgemiddelde van 39.7 km/u ben ik thuisgekomen; in 12 jaar Wedrenners was dit maar 2 keer eerder boven de 39 km/u!!). En ook: ik had de afgelopen weken eindelijk eens wat langere duurritten kunnen doen zonder problemen, én die goed verteerd.

Kortom, in de loop van augustus ben ik toch maar weer eens stiekem naar de cyclokalender gaan kijken voor wat mooie septemberdoelen, en voor dit weekend kwam ik uit bij goeie, ouwe Charley Gaul.

Ik had hier al 8 keer eerder aan de start gestaan, met als resultaten:

2002: 73e, 20’ na winnaar
2003: 35e, op 19’
2004: 52e, op 27’ (in de regen)
2005: 52e, op 21’
2006: 39e, op 7’
2007: 80e, op 17’
2008: 44e, op 24’ (in de regen)
2009: 133e, op 20’

Kortom, wisselende resultaten door de jaren heen, met vooral 2003 (toen twee keer zoveel hoogtemeters als tegenwoordig!!), en 2006 (supersuperbenen die dag) als uitschieters. De laatste jaren was het er niet meer van gekomen hier deel te nemen (2010 compleet uit vorm, 2011 foute inschatting van het weerbericht), maar in principe is La Charley Gaul toch altijd een vaste afspraak voor mij.

Heel veel ambitie had ik niet op voorhand voor deze cyclo, aangezien ik wel wist dat de échte macht bergop er niet is dit jaar. En er ook niet meer gaat komen de komende weken. Dus gewoon een dagje lekker hardrijden, en me zoveel mogelijk amuseren, was de opdracht; niet focusseren op een uitslag.

Om 8 uur reden we (Kaj en ikzelf) het nog ontwakende Echternach binnen. Beetje vroeg, maar in 2009 was het zo achterlijk druk hier, dat ik niet het risico wilde lopen weer achteraan te moeten staan bij de start. Beetje overdreven zo bleek… Er was nog vrijwel niemand. Nummers opgehaald. Tot m’n verbazing stond ik zowaar op de deelnemerslijst; inschrijving via de krakkemikkige website was blijkbaar toch gelukt. Daar twijfelde ik aan, want ik had geen bevestiging gekregen en ook niet hoeven te betalen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Om half 9 richting startvak. Daar waar in 2009 op dat tijdstip al 400 man voor me stond, daar was ik nu zo’n beetje de eerste malloot, die daar ging staan, om te gaan staan te k-k-klappertanden bij amper een graad of 6..

Maar goed, om 9 uur ging het dan toch los. Zo’n 350 man deden mee op de langste afstand. Ik merkte in de aanloop meteen dat ik dit jaar nog geen cyclo had gereden. Hoewel het rijden in een groot peloton nog altijd één van m’n grootste kicks is, was m’n pelotonroutine wel heel ver weggezakt. Ik liet me in de eerste 2 km al zo’n 50 plaatsen wegdrummen. Van m’n goede voornemen om na goed 10 km voorin te zitten aan de voet van de eerste klim, kwam niet veel terecht. Tja… Ik schat dat ik rond de 100e positie zat of zo bij het opdraaien. Ik moest toch wel in mezelf wat lachen: ik ging van start met het idee dat een uitslag niet belangrijk is vandaag, en wat doe ik onderweg: rijden alsof m’n leven er van af hangt, en flink balen als ik te ver zit op het moment suprème. Het aloude oerinstinct van de ervaren cyclorijder overheerst blijkbaar op zo’n moment toch altijd weer.

De Cote de Beaufort was de eerste klim. Deze klim zit op dit continu veranderende parcours er eigenlijk elk jaar wel in, en kende niet teveel geheimen voor me. Maar heel veel schoot ik daar niet mee op. Er fladderden ruim 100 man zo van me weg daar. Geen mogelijkheid om ook maar mee te gaan. Ook al hoop je op het tegendeel; ik moest vaststellen dat ik bergop toch nog wel enkele tientallen wattjes te kort kom in vergelijking met voorgaande jaren. En dat zal dit seizoen ook niet meer goed komen. Werk aan de winkel deze winter, en volgend jaar zorgen voor een betere basis dan dit jaar.

Na deze Cote de Beaufort kwam ik in een pelotonnetje van zo’n 50 man terecht, met daarbij ook de beste 2 vrouwen. Hier werd redelijk goed doorgereden, en bergop behoorde ik toch wel tot de beteren van dit gezelschap.

Deze Beaufort was gelijk de lastigste klim van de dag, de overige hellingen met welluidende namen als o.a. Gralingen, Hoscheid, Schlinder-Manderscheid, Hierzenhaff en Folkendange werden en groupe genomen. Dit verliep allemaal vrij geruisloos, behalve dat ik het idee had dat de deur van achter openstond, de groep was op een gegeven moment nog maar zo’n 25 man.

Breekpunt van de dag voor mij was de 3e bevoorrading, op 30 km van het einde. Chaos daar, omdat de rijders van de korte afstand gewoon ineens midden op de weg stil gingen staan. Daar eenmaal voorbij geslalomd stonden er gelijk na de verzorgingspost diverse personen van die heerlijk vieze flesjes Rivella (de hoofdsponsor hier) uit te delen. Één zo’n flesje rolde over de grond. De rijder voor me had blijkbaar dorst, en ging een beweging maken die ik nog nooit eerder had gezien. Hij ging al rijdend dat ding proberen op te rapen. Dat had tot gevolg dat hij z’n fiets ook dwars voor me zette. Ik kon er niet meer omheen; ik kon óf tegen hem aan knallen, óf de berm in. Het werd de berm. Aangezien die 5 cm lager was dan het asfalt, verloor ik m’n evenwicht. “GVD, l#l, ga in het circus oefenen!!!”, of iets van die strekking, riep ik naar hem. En dan lig je daar. De eerste 10 seconden wat verweesd, me afvragend waarom dit me juist nu weer moest overkomen. Alsof er nog niet genoeg had tegengezeten dit jaar. De tweede 10 seconden was het schade opmeten. Flink bloedende, kapotte knie, vanwege het grint waarop deze beland was. Daarnaast een mooie schaafwond op de dij, maar de broek was gelukkig niet stuk. Voor de rest niets; de snelheid was dan ook laag, zo’n 15 km/u, omdat het flink bergop liep daar. De derde 10 seconden was het schade aan de fiets opmeten. Die was er niet, tenminste niet zichtbaar. OK, ik kon dus verder. Vervolgens proberen weer op gang te komen, wat niet evident was met 7% stijgingspercentage.

De groep reed inmiddels 200m voor me. Die was ik dus definitief kwijt. Dju. DJU!!! Ondanks dat ik niet voor een uitslag ging, had ik toch graag daarmee de rit uitgereden. Dat was me niet gegeven dus. Toen had ik er ook even helemaal geen zin meer in. Beetje freewheelen. Eten. Gelletje. Maar na 2 km probeerde ik me toch te herpakken. Naar de finish moest ik toch, en ik wilde hoe dan ook in de uitslag staan. De derailleur had wel een tik gehad; schakelen ging moeizaam, en de ketting sloeg regelmatig over tussen 2 kransjes.

Vervolgens de laatste 30 km solo gereden. En als dan alles tegenzit, dan kon ook het schrikbeeld van elke cyclorijder er nog wel bij. Immers, ik had redelijk goed doorgegeven om toch nog zo snel mogelijk binnen te zijn. Inclusief de laatste 10 km vallei richting finish, met een briesje tegen. Alles solo. En dan wordt je in de laatste 500 m overvleugeld door een volgend peloton, waardoor ik nog zo’n 40 plaatsen verder naar achter zak in de uitslag. GVD!!! Toch nog een keer flink gevloekt daar, ook al ging het nergens meer om. Dat aloude cyclo-oerinstinct…

Nadat ik over de finish was gekomen was ik flink chagrijnig. En da’s nog zacht uitgedrukt. Me een weg banende op een niet al te vriendelijke manier tussen alle reeds gefinishte, en in de weg staande renners. Met een gezicht dat op onweer gestaan moet hebben. Niet dat zij er veel aan konden doen trouwens. Kaj gezocht. En gevonden. Hij bleek zowaar 18e (!!!!) te zijn geworden. Topprestatie, mijn respect! Daar kan ik enkel maar van dromen. Ik vond mezelf terug op de 171e plaats, 42’ achter de winnaar. Nog net in de eerste helft van de uitslag. Slecht. Schandalig slecht! Nog wat nagepraat met diverse bekenden, die ik het hele jaar nog niet had gezien, maar het baalbaalgevoel overheerste toch. Gauw vergeten deze cyclo. En me richten op de volgende doelen die ik me nog gesteld heb, te beginnen met de Ronde van Picardië a.s. zaterdag. Want ik vond het wél leuk om weer eens ergens mee te doen, en dat smaakt zeker naar meer.

De chagrijnige bui werd ‘s avonds rap verholpen door de persoon die me het beste kent: mijn vrouw. Op mijn opmerking dat m’n fiets niet goed meer schakelde na die val en dat er naar gekeken moest worden, kwam spontaan het aanbod dat zij op maandag wel naar de fietsenmaker zou gaan om het te laten maken, wetende dat ik geen tijd heb, dat hij op dinsdag gesloten is, en dat ik toch wil doortrainen. De schat..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten